Cancel Air deel 2

|

Helaas verkeert mijn trouwe maatje, die mij bij al mijn reizen vergezeld heeft, zich in de laatste fase van zijn leven. Hij heeft al menig ziekte doorstaan, maar ik weet niet of ie hier weer bovenop komt. Als we terug zijn in Nederland moeten we maar eens zien of er nog wat te redden valt, of dat we er definitief een einde aan gaan maken. Deze reis zal ik hem niet meer lastig vallen, zodat ie nog wat kan genieten van zijn waarschijnlijk laatste tijd hier.

Het vervelende is dat hij het eerste gedeelte van dit verhaal bij zich houdt en niet wil prijsgeven. Op het moment dat ik hem aanzet flikkert zijn beeld, kan van kleuren veranderen, maar laat mij niet lezen wat ik heb geschreven. Dus hopelijk kan in Nederland met wat gemene trucs mijn verhaal aan hem ontfutseld worden.

Daarom begin ik nu bij deel twee en ga proberen of ik het verhaal van achter na voren kan vertellen.

Eindelijk op Bonaire aangekomen! Het was me weer een hele tour. Omdat het werkprogramma op Curaçao pas aan het eind van de dinsdagmiddag zou beginnen besloot ik bij het kantoor van Divi op Bonaire te informeren of een latere vlucht dan die nu voor mij geboekt stond mogelijk was. Divi is de luchtmaatschappij die hier wèl op tijd vliegt. Maar vliegt alleen tussen Bonaire en Curaçao. Een latere vlucht was helaas niet mogelijk, alles was voor de dinsdag al volgeboekt. Wat mij niet verbaasde. Maar wat schetst mij en ook de jongen achter de balie onze verbazing, de boeking voor de vlucht van Bonaire naar Curaçao was gecanceld. Nadat naar Curaçao was gebeld, bleek dat deze boeking eruit gegooid was, omdat ik de vlucht van Curaçao naar Bonaire had geannuleerd. En erger nog, de daarmee leeg gekomen plek voor mijn vlucht van Bonaire naar Curaçao was ook al weer bezet. De zoveelste tegenslag die dag. Hoewel, ik kan daardoor pas op woensdag naar Curaçao, wat een dag langer Bonaire betekent. En dat vind ik stiekum helemaal niet zo erg.
Wat was nou het geval? Ik was niet met Divi naar Bonaire gevlogen, maar met Insel Air, alias Cancel Air. En ik was op Aruba nog wel zo blij dat de vlucht van Aruba naar Curaçao de laatste met Insel was. Maar dat was dus niet zo. Van Aruba kun je niet rechtstreeks naar Bonaire vliegen. Dus moet je eerst naar Curaçao en daar vandaan door naar Bonaire. Omdat ik wist dat Insel regelmatig vluchten cancelt, of als de vlucht wel doorgaat dat altijd met vertraging is, had ik de vlucht van Curaçao naar Bonaire bij Divi laten boeken. Maarja, Divi vliegt wel op tijd, en dat is niet altijd handig. Omdat ik de vlucht met Divi van Curaçao naar Bonaire niet kon halen annuleerde ik deze. Maar daardoor was per abuis ook de terugreis van Bonaire naar Curaçao geannuleerd.

Voor de vlucht van 11 uur vanaf Curaçao naar Bonaire was ik te laat. Ik kon het vliegtuig nog net uitzwaaien. En helaas zaten alle andere vluchten van Divi naar Bonaire die dag ook al vol. Zou er nog wel ruimte komen op één van de latere vluchten, dan moest ik wel weer een nieuw ticket kopen. Want ze hadden geen overeenkomst met Insel. Heel verstandig van Divi, want dan kan je wel bezig blijven. Geen vluchten meer beschikbaar bij Divi, dus dan plan… waar ben ik ondertussen? Laten we het maar bij plan F houden. Op de reservelijst bij Divi. En zoek naar ander een alternatief om op Bonaire te komen, plan G. Helaas kwam ik dan toch weer bij Insel uit. Geen andere mogelijkheden. Op naar de ticketoffice van Insel. Plan G-1. De eerstvolgende vlucht van 17 uur (het was nu 11.30 uur). Maar op die vlucht was geen plek meer. Plan G-2. De vlucht daarna van 20 uur (het was nu nog steeds 10.30 uur). En er moest natuurlijk wel weer een ticket gekocht worden. Want dat ik niet met Divi kon vliegen omdat ik te laat was door Insel, daar hadden ze geen boodschap aan. Ze hadden geen overeenkomst met Divi. Ja, dat wist ik al. Voordat ik een ticket kocht à $ 114, kuh-tjseng, toch eerst nog plan F checken. Nee, nog steeds geen plek beschikbaar bij Divi. Maar een mijnheer die in dezelfde positie zat als ik werd aan de incheckbalie van Insel verteld dat hij de vlucht van 14 uur van Insel kon nemen. Dat was oorspronkelijk de vlucht van 12 uur, maar die was…delayed. Insel vliegt altijd te laat, en ook dat is dan soms ook wel weer handig. Die vlucht van 12, lees 14 uur, wilde ik natuurlijk ook. Dus het werd een sprintje weer terug naar de ticketoffice van Insel om te voorkomen dat die mijnheer de laatst beschikbare plek op die vlucht zou krijgen. Dat was me al eerder overkomen, zie hopelijk later deel 2. Hoewel ik normaal gesproken de sociaalheid zelve ben, vandaag even niet. Ik was er zo helemaal klaar mee.

Er was nog een plek vrij op de vlucht van 14, lees 12, uur. Gelukkig. Alhoewel, ik was pas gelukkig als ik voet op Bonairiaanse bodem gezet had. Oke, iets eerder mag ook, als het vliegtuig van Curaçao naar Bonaire in de lucht hing. En jawel, dat hing ie op een gegeven moment. Niet om 14 uur natuurlijk, maar om 15 uur (ik rond het maar naar beneden af). Op het moment dat ik bij de gate zat te wachten stond voordat het 14 uur was dat deze vlucht on time was. Terwijl ie al 2 uur vertraging had! Maar de nieuwe tijd was 14 uur geworden, dus dan geldt de oorspronkelijke tijd van 12 uur blijkbaar niet meer. En ook geen Inselmens dat een verontschuldiging aanbiedt omdat er een vlucht gecanceld of gedelayed is. Snap ik ook wel, dan kun je wel bezig blijven. Dus toch weer een vlucht met Insel.

De reden dat ik de vlucht van 11 uur met Divi niet haalde, was omdat ik niet op tijd van Aruba op Curaçao was aangekomen. Ik had immers de vlucht van 8 uur van Aruba naar Curaçao, wat 20 minuten vliegen is. Maar als je dan een transfer hebt op een vlucht van 11 uur haal je dat natuurlijk nooit. Daar zit maar 3 uur tussen, let wel, de vlucht duurt 20 minuten. Normaal gesproken zou je zeggen dat als je om 8 uur vertrekt en, ik herhaal, de vlucht duurt 20 minuten, je dan om 11 uur wel je volgende vlucht haalt. Maar dus niet als je met Insel vliegt. Of beter gezegd wilt vliegen. Of nog beter gezegd, eigenlijk helemaal niet wil vliegen, maar je niet anders kunt.

7 uur. Proberen nog snel een ontbijtje mee te snaaien uit het hotel. Snel lukt natuurlijk niet, je mag niet zomaar wat meenemen. Dan moet de keuken speciaal voor jou een box om mee te nemen klaarmaken, moeten er bonnetjes getekend worden, moet je je kamerpasje laten zien (die ik al ingeleverd had, want ik was al uitgecheckt). Mensen, doe niet zo moeilijk, ik hoef maar 2 broodjes en een banaan. Nee, dat kon zomaar niet. Mevrouwtje naar de keuken om een box te regelen. Ik zag mijn kans schoon, pakte snel 2 broodjes en een banaan en smeerde m. Ik moest om 7.15 uur op de luchthaven zijn, en ook de auto nog inleveren. Dat inleveren was zo gedaan. Het inchecken ook. En de melding dat de vlucht van 8 uur om 10 uur ging ook. De eerste vlucht die dag! Gelijk al gecanceld! !@#$%^&*!!! 10 uur. Dat wordt dus op zijn vroegst 10.30 uur. En dan ga ik de vlucht van 11 uur met Divi naar Bonaire niet halen. Op de vroege ochtend gelijk plan D. Naar kantoor van Insel om met Divi te bellen dat ik de vlucht niet zou halen en vragen of ik kon omboeken naar een latere vlucht. Niet bereikbaar op zondag. Is ook maar een klein maatschappijtje. Geen plan D. Plan E. Welke andere vluchten zijn er mogelijk? Eerlijk gezegd weet ik het allemaal niet meer. Weet nog wel dat ik heb overwogen om de vlucht van KLM, die vanuit Amsterdam een tussenstop had op Aruba en vervolgens doorvloog via Bonaire naar Amsterdam, te nemen. Die vliegt tenminste wel. En ook al kwam KLM pas om 16 uur aan op Aruba, was dit waarschijnlijk de snelste en betrouwbaarste mogelijkheid. Twijfel, twijfel. En toch maar gegokt op beschikbare latere vlucht van Divi. Die er dus niet was.

Dus samengevat ik de juiste volgorde:
Van Aruba naar Curaçao met de vlucht van 8 uur, lees 10.30 uur, van Insel. Niet met de vlucht van Divi van 11.00. Geen plek op latere vluchten van Divi. Daarom met de eerstvolgende vlucht van Insel waar plek was, wat niet de vlucht van 17 uur, maar de vlucht van 20 uur was. Maar omdat de vlucht van 12 uur nu om 14 was, deze vlucht genomen die om 15 uur ging.
En dat was dan de zondag. Maar dan ben je op Bonaire, zit op je balkonnetje met een koud biertje en ben je nog net op tijd om naar de ondergaande zon te kijken. En dan is alles weer goed.

Toch niet

|

Een mooiere kans kun je toch bijna niet krijgen, een onderwerp dat je in de schoot geworpen wordt. Een orkaan op komst! Je zou zeggen dat je daar toch een leuk verhaaltje over kunt schrijven. Maar niks was minder waar.

Ik heb de vorige keer een poging gedaan, maar het was niet publicabel. Prut. Niks aan. Saai. Ik kwam niet veel verder dan een opsomming van feiten. Hoewel ik destijds mijn blog wel zo begonnen ben, met het beschrijven van alles wat ik de eerste keren meemaakte op reis aan deze, of de andere kant zo je wilt, van de oceaan. Maar gaandeweg ben ik op een andere stijl over gegaan. Geen uitputtende vermelding van dagelijkse bezigheden meer. Hoewel elke dag hier nog steeds heel bijzonder is dit en er van alles over te schrijven valt. Geen beschrijving meer van wat ik zoal gegeten had, maar voortaan alleen een beschrijving van de krenten uit de pap. Maar ondanks dat ik een orkaan best wel krenterig vind, lukte met me toch niet om een hem uit de pap te halen.

Misschien waren het de zenuwen. Ik had nog nooit eerder kennis gemaakt met zo’n heftig iemand zoals hij. Hij zou wat dat betreft mijn first date zijn. Maar uiteindelijk zou het helaas helemaal op niets uitdraaien. Of eigenlijk helemaal niet helaas. Maar dat realiseerde ik me op dat moment nog niet.

Het was de spanning, de onwetendheid, de nieuwsgierigheid, de drang naar het onbekende. Wie was hij nou eigenlijk? Hij leek constant te veranderen. Eerst wat schuchter en bedeesd, maar steeds meer vol zelfvertrouwen en power. Het leek wel of hij verschillende personages aan nam. En was het wel een man? Want ik wist dat hij soms ook een zij was. En hoe gaat hij, die nog niet genoemd mag worden want daarvoor moet je een bepaalde kracht hebben, genoemd worden? Waar waren we gebleven in het geven van namen in alfabetische volgorde?

Even een paardensprongetje naar mijn pony van vroeger. Nouja, het was niet echt mijn pony. Even in één zin: We woonden naast de burgemeester, die overigens heel erg dik was èn aan de drank, van de stad waar ik woonde, dat eigenlijk maar een dorp was, maar omdat het stadsrechten had mocht het zichzelf een stad noemen, wat trouwens helemaal niet relevant is voor wat ik wil zeggen, en die hele dikke drankzuchtige burgemeester had een manage als achtertuin, waar natuurlijk paarden en pony’s stonden, één van de kenmerken van een manege, en die burgemeester had drie zonen en die zonen, en de burgemeestersvrouw trouwens ook, maar de burgemeester zelf weer niet want die was heel dik èn aan de drank, die reden op de paarden en pony’s, het waren er wel een stuk of twintig denk ik, maar die zonen waren weer te groot voor één van de pony’s, dus daar mocht ik op rijden en haar verzorgen, zodat het voelde alsof zij mijn pony was. (Even adem halen.) Haar naam was Claudie, moge zij rusten in vrede. Haar veulens kregen ook een naam op alfabetische volgorde, dat is blijkbaar een gewoonte. En omdat Claudie mijn pony was, mocht ik de namen voor de veulens bedenken. Ik kwam in haar leven toen veulen ‘N’ zich aandiende. Als ik het me goed herinner, werd dat een hengstje met de naam Napoleon. Een jaar later kwam Obelix ter wereld. En vervolgens het lang gewenste merrietje Pomona. OMG, wat een ontzettend vreselijke naam! Het enige leuke eraan is, is dat mijn naam erin voorkomt. De uitdaging Q kan ik me niet meer herinneren en gelukkig gingen we toen verhuizen, want de inspiratie was volledig verdwenen. Zo’n verantwoordelijkheid moet je ook niet neerleggen bij een meisje dat nog geen tien jaar oud was.

Maar hier ging het niet om een leuk merrietje, maar een stevige hengst genaamd Matthew. Hij was al dagenlang op het hele eiland het gesprek van de dag. Het was al heel lang geleden dat iemand zoals hij zijn intrede had gedaan. Een verwoestende indruk had zijn voorganger achtergelaten. Daarom bereidde men zich voor op zijn komst. Iedereen was volkomen hoteldebotel. Ons kantoor werd zelf gesloten, zodat iedereen zich thuis klaar voor hem kon maken.

In eerste instantie vond ik het stiekem wel een beetje spannend om voor het eerst iemand zoals hij te zien. Zelfs wat kriebels in mijn buik, je kent dat wel. Ik had ondertussen al zoveel over hem gehoord en gelezen. Ik was zo benieuwd hoe hij er in het echt uit zou zien. Het idee dat je door hem aangeraakt kon worden, hoe zou dat voelen? Zou ik ondersteboven van hem geraken? En ook al waarschuwt iedereen je op dat moment voor hem, daar trek je je op zo’n moment niks van aan.

Maar hoe dichter het moment van onze ontmoeting daar was, hoe onzekerder ik werd. Want er werd gezegd dat hij steeds onvriendelijker werd op zijn weg deze kant op. Chagrijnig, opschepperig macho zijn kracht tentoonstellend. Helemaal niet mijn type. Hij zou hier flink gaan huishouden. Ik zag steeds meer tegen zijn komst op. Donderdagnacht zou het zover zijn. Dan zou hij naar mij toe komen, misschien zelfs mijn slaapkamer inkomen. Niets en niemand kon hem meer tegen houden, hij zou recht op mij af te komen! Het dak zou eraf gaan, maar op dat moment had ik al lang geen zin meer in een feestje met hem.

Gelukkig liet hij het om vijf voor twaalf toch afweten. Hij had het nodige stof doen opwaaien, maar sloeg vervolgens linksaf. En als je dan achteraf hoort hoeveel andere slachtoffers hij gemaakt heeft ben ik heel blij dat ik hem niet ontmoet heb en hoop ik nooit meer iemand van zijn soort tegen het lijf te lopen.

Tja, misschien moet ik toch maar weer eens lekker uit eten gaan en daar wat over schrijven…

Geduld is een schone zaak

|

Ook als je al online ingecheckt bent moet je drie uur voor de vlucht op Schiphol aanwezig zijn. Eigenlijk vind ik dat een uur vroeg genoeg is, dus sluit ik een compromis met Schiphol en ben ik er zo’n twee uur van tevoren. Deze keer is me duidelijk geworden dat dat compromis zo gek nog niet is. Of misschien moet ik toegeven dat die drie uur zo gek nog niet is. Maar dat doe ik natuurlijk niet.

Het begint al met een lange rij bij de bagage afgiftepunten. Er wordt zelfs gebruik gemaakt van de bemande incheckbalies. Helaas word ik daar heen geleid, zodat ik geen gebruik kan maken van de selfservice check-in voor de bagage. Jammer, want ik vind het altijd zo leuk om self te servicen met mijn koffer.

Nadat de bagage is afgegeven door naar het volgende knooppunt: de security controle. Allemachtig, wat een lange rij. Alsof je in de Efteling staat te wachten totdat je eindelijk een ritje van 30 seconde mag maken in de Python. En net als in de Efteling slinger je in rijen zo’n acht keer heen en weer voordat je de Python hebt bereikt. Je komt onderweg steeds dezelfde mensen tegen, van wie je gemakkelijk hun hele levensverhaal aan zou kunnen horen. En dat van hun familie erbij. Eindelijk uitgeslingerd, de security kan gecontroleerd worden. Handbagagekoffertje open, netbook eruit, netbook uit zijn tas, netbook in de bak, e-reader eruit, e-reader uit zijn hoesje, e-reader in de bak, telefoon uit je zak, telefoon in de bak, vest uit, vest in de bak. Bakken door de scanner. Jijzelf door de scanner. Op de scan worden allemaal rode vlekken op mijn lichaam getoond. Geen idee waarom, maar reden genoeg om gefouilleerd te worden. Door een vrouw natuurlijk. Want stel je voor dat een vrouw door een man gefouilleerd zou worden. Mag een man eigenlijk wel door een vrouw gefouilleerd worden? Anyways, ze keurt mij secure. Handbagage weer bij elkaar sprokkelen. Vest uit de bak, vest aan, telefoon uit de bak, telefoon in je zak, e-reader uit de bak, e-reader in zijn hoesje, e-reader in de koffer, netbook uit de bak, netbook in zijn tas, netbook in de koffer.

Paspoortcontrole. Dat kan je ook zelf doen en daarvoor word ik wel in de juiste rij geleid. Maar alweer een rij dus. Want dat zelf doen neemt ook de nodige tijd in beslag. Paspoort in de lezer leggen, lief lachen naar de camera en het poortje gaat vanzelf open. Maar het lief lachen vinden mijn voorgangers blijkbaar erg moeilijk want tjonge tjonge wat duurt dat weer een eeuwigheid voordat ik aan de beurt ben.

Eindelijk tijd voor een kop koffie. Via een scherm kun je je bestelling doorgeven. Je raadt het al: weer een hele lange rij! Maar gelukkig zie ik een jongedame achter de toonbank, met achter haar koffie afgebeeld op de muur. En daar staat niemand in een rij. Dus ik daarheen, bestel koffie en betaal. Maar wat denk je? Krijg ik toch een bonnetje en moet heel lang op mijn koffie wachten voordat ik aan de beurt ben. Zodat ik mijn koffie naar binnen moet klokken en een sprintje moet trekken naar de gate. Er wordt al aangegeven dat de gate gaat sluiten. Nouja, hoef ik daar tenminste niet meer te wachten.

In het vliegtuig. We taxiën al naar de landingsbaan waar we op zouden stijgen (ik kan weer niet op de naam komen hoe je die baan in dat geval noemt, niet opstijgbaan in ieder geval). Dan wordt er omgeroepen of er een dokter in de zaal, eh, in het vliegtuig aanwezig is. Daar zijn er zelfs drie van op deze vlucht. Er blijkt iemand onwel geworden te zijn. De drie wijzen gaan met elkaar in beraad. Dat valt nog niet mee, ze nemen er eens goed de tijd voor. Gelukkig is het een oneven aantal wijzen zodat ze waarschijnlijk na stemmen tot een uitslag komen: de beste man moet van boord. Verstandige beslissing, het zekere voor het onzekere nemen. En heel egoïstisch gedacht: ook wel fijn dat we dan niet na een tijdje terug zouden moeten vliegen, omdat het toch een verkeerde inschatting van de meerderheid van de artsen was geweest. Maar of het terugvliegen langer had geduurd?
Er moet namelijk het nodige gebeuren als er iemand van boord wordt gehaald. Ten eerste moet de bagage van de passagier van boord gehaald worden. In verband met de veiligheid uiteraard, wie weet wat er in zijn koffer zit. Niet zo raar. Maar voor het van boord halen van de bagage moet wel personeel zijn. En wel zo raar, dat personeel was er niet. Er moest weer gestemd worden, mag de bagage aan boord blijven of niet? De uitkomst is na zeer lang beraad dat de bagage toch maar aan boord moet blijven. Volgende punt, tussen welke vliegtuigen kunnen we geplaatst worden om gebruik te kunnen maken van de landingsbaan waarvan we moeten opstijgen? Tussen vliegtuig A en B, B en C, C en D? Er wordt weer gestemd en het wordt tussen Y en Z. Maar dan moet er ook nog een nieuw vliegplan gemaakt worden. Want we stijgen nu veel later op van de landingsbaan die we voor het opstijgen gaan gebruiken. En je wilt natuurlijk niet zigzaggende door de lucht om de andere vliegtuigen niet in de weg te vliegen. Men stemt welke route we gaan nemen. Die beslissing is gelukkig snel genomen. Welke route het is geworden weet ik niet, maar eindelijk stijgen we op van de landingsbaan die ……

De gemene heks

|

Je kunt natuurlijk niet in Thailand geweest zijn zonder een Thaise massage gehad te hebben. Dus vandaag moest het er maar eens van komen, de vakantie is immers al bijna voorbij.

Ik koos ervoor om de massage bij het hotel te doen. Is wel iets duurder, maar ook wat betrouwbaarder waarschijnlijk. Hoewel de Thai heel vriendelijk zijn en je natuurlijk nooit zouden oplichten (remember de floating market).

De massage kon geboekt worden bij de receptie in de Skyzone van ons paradisehotel (waar we overigens de mooiste kamer hadden, met een jacuzzi op ons terras en een prachtig uitzicht over de zee). De dame van de receptie is erg vriendelijk, maar spreekt amper een woord Engels. En als ze het al spreekt, moet je drie keer vragen of ze het wil herhalen, want er is de eerste twee keer geen touw aan vast te knopen. Als je geluk hebt, kun je er na de derde keer een dun draadje aan vastknopen.

Ik wilde graag een massage om half 3. Dat was een domme tijd van mij om te kiezen. Want leg maar een uit wat two thirty inhoudt. Gelukkig hing er een klok, die aangaf dat het nu kwart voor twee was. Dus ik wees naar de grote wijzer en maakte op de klok een driekwart cirkel, zodat ik stopte bij de zes. “Oh, sikkaklòk mèdèèèm?”Oftewel: “Oh, six o’clock madame?” Dat was nog een makkie om te verstaan. Maar de reactie was natuurlijk niet goed. Ik probeerde het nog een keer uit te leggen. Grote (nouja grote) vragende ogen. Aan de andere kant gelukkig maar, ze had ook “yes mèdèèèm” kunnen zeggen en het vervolgens niet begrijpen. Dus vroeg ik in het Engels, voorzien van de nodige gebarentaal of ik het op kon schrijven: 2:30. “Oh, too-thutt`y mèdèèèm!” Correct en helemaal juist. Of het dan PM was. Nou kan ik nooit onthouden wanneer het AM en PM is, maar omdat een massage midden in de nacht mij nou niet echt voor de hand liggend leek, bevestigde ik de PM. “Loemnumba 520?” Alweer juist. Maar ik wachtte niet in mijn kamer, maar bij het zwembad: “Now pool okay?”. De kunst is om het zo eenvoudig mogelijk te houden, hoe meer woorden je gebruikt des te groter de kans dat het niet wordt begrepen.

14.40, niemand die mij had opgehaald, niemand bij de massageruimte. Dus maar weer naar de receptie. “Oh, joewan massaas nau mèdèèèm?” Ja, duhhuh! De massagedame werd alsnog gebeld en zou over 10 minuten boven zijn. Binnen vijf minuten was ze er al. Zoals alle Thaise dames heel klein en tenger, en deze dame was al aardig op leeftijd.

In bikini op mijn buik op het lekkere zachte massagebed. Ze begon met mijn voeten. Heerlijk. Vervolgens de kuiten. Geen massage door middel van knedende bewegingen, maar door middel van het uitoefenen van druk. En een stevige druk. Au, dat was echt wel een stevige druk. Iets naar boven nu, auau, heel stevig. Nog een stukje naar boven, auauau, verrekte stevig! Gelukkig, kuiten gehad. Die zijn nogal gevoelig bij mij, dus fijn dat die klaar waren. Nu wordt het weer genieten waarschijnlijk. Maar volgens mij gebruikte ze nu in plaats van de muis van haar hand, haar knokkels bij het bewerken van mijn bovenbenen. Auts. Rug aan de beurt. Holy macaroni, dat zo’n klein vrouwtje zo’n kracht heeft! Nu snap ik waarom dat bed zo lekker zacht is. Was dat niet het geval geweest, dan zouden je ribben breken! Oef, alle lucht werd uit mijn longen geperst. Zo erg dat ik ervan moest hoesten voorzover dat lukte met het beetje lucht dat ik nog in mij had. Ik hoorde een leedvermakend lachje. Gemene heks! Ik deed er alles aan om het hoesten te voorkomen. Ontspan, ontspan. Tevergeefs. Het gemene gedruk van haar won het van de geforceerde ontspanning van mij. Ugghu ugghu ugghu. Dit gaat een lang uur worden…

Tiktik op mijn linkerarm, met een ongeduldige beweging gaf ze aan dat die omhoog moest. Tiktik op mijn hoofd, dat moest ik blijkbaar de andere kant op draaien. En daar ging ze weer. ARGH!!! Ik had haar toch niks misdaan? Was ze boos op mij omdat ze alsnog naar boven in het hotel moest komen? Was ze met het verkeerde been uit bed gestapt? Was het gewoon een chagrijn? Ze ging in ieder geval vrolijk door met mij te mishandelen. Tiktik, op mijn rechterarm, die moest nu omhoog en tiktik op mijn hoofd dat de andere kant op gedraaid moest worden. Toen begon ze ineens half zingend wat in het Thais te brabbelen. Ik denk dat ze de kwade geesten opriep om mij nog meer te pijnigen. Met succes. Pfff, rug vooralsnog weer klaar was. Dat was toch wel het fijne van deze massage, dat je blij bent dat ze een gedeelte van je lichaam afgerond heeft.

Terug naar de bovenbenen. Djiez, de druk was nog steviger dan in het begin. Het leek wel of ze op mijn bovenbenen stond te balanceren. Ik keek naar buiten of iemand mij pijn zag leiden. En wat zag ik tot mijn stomme verbazing in de weerspiegeling van het raam? Ze liep gewoon echt over mijn bovenbenen! Waarbij ze vooral haar hakken gebruikte om haar evenwicht te bewaren. Alsjeblieft, niet ook over mijn kuiten… Mijn gebeden werden gelukkig gehoord.

Omkeren. Zou het tij nu ook keren? Voeten eerst weer aan de beurt. Lekker. Maar dat was omgedraaid ook zo, dus ik hield mijn hart vast. Terecht. Ik weet niet wat ze met mijn scheenbenen deed, maar wel dat ik de volgende dag blauwe schenen zou hebben. Want als je alleen maar kijkt naar mijn schenen zit er al een blauwe plek op. En dit was wat anders dan kijken alleen. Auauau, bovenbenen. Wat zou er hierna gaan gebeuren? Zou mijn blaas leeggedrukt worden? Godzijdank niet. Mijn hoofd werd slechts bijna van mijn romp gerukt, mijn ogen werden bijna uit hun kassen gedrukt en vervolgens werd mijn hersenpan bijna ingeslagen. Het hoofd is toch het einde van je lichaam en daarmee het einde van deze massage? Nee dus. Ze ging door. En ik hield vol. Want ik laat me niet kennen, jij gemene heks.

Het vervolg van de massage bestond eruit dat ik in allerlei standjes werd gepositioneerd waarvan ik niet eens wist dat ik het kon. En eigenlijk kon ik dat ook helemaal niet. Ik ben niet zo lening. En dat werd op deze manier subtiel bevestigd. Op een gegeven moment leek het of mijn benen de positie van mijn armen hadden ingenomen en omgekeerd. Gelukkig was ze zo vriendelijk om als laatste onderdeel van de massage mij weer uit de knoop te halen.

Best lekker zo’n Thaise massage :-)

Te land, ter zee en in de lucht

|

We hebben tijdens de 2 weken dat we nu in Thailand vertoeven van verschillende vervoersmiddelen gebruik gemaakt. Over land, water en door de lucht.

Ter land…
Eén van de bekendste vervoersmiddelen is de scooter, snel en efficiënt in het drukke verkeer in de steden. Je kunt zo’n scooter al huren voor zo’n kleine € 4 per dag. Hoewel het een handige manier is om je tussen alle auto’s een weg te banen en het heel goedkoop is, hebben we hier geen gebruik van gemaakt. Veelste gevaarlijk als je niet gewend bent aan het verkeer hier. Bovendien is de kans groot dat als je onderuit gaat, je behalve je lichaam verwondingen oploopt dat ook voor je portemonnee geldt. Je bent daar niet voor verzekerd en er zal je een hoog bedrag in rekening gebracht worden door de verhuurder.
Een ander bekend vervoersmiddel is de tuktuk. Maar omdat we hier ook geen gebruik van hebben gemaakt is het een beetje raar dat ik dit noem.

Eigenlijk zijn alle vervoersmiddelen te land goedkoop. We hebben van de metro gebruik gemaakt voor een habbekrats. Je koopt van tevoren kaartjes, loopt door een beveiligingspoortje wat 9 van de 10 keer begint te piepen. Je verwacht aangehouden te worden, dat ding piept immers niet voor niets. Maar de beveiligingsbeambte die ernaast staat denkt daar blijkbaar anders over: dat ding piept wel voor niets. Daarom wordt je gemaand door te lopen. Verborgen werkeloosheid? Luie beambte? Waarschijnlijk om de indruk te wekken dat de veiligheid hier geborgd is, na de aanslag die hier een tijdje geleden heeft plaatsgevonden. Maar als er niet naar piepende poortjes geluisterd wordt, heeft dat weinig toegevoegde waarde.


Ook bij de ingang op sommige stations stond een (beveiligings?)beambte. Eén daarvan groette vriendelijk alle mensen die passeerden. Niemand gunde hem ook maar een blik waardig, laat staan een groet. Dochters vonden dat zo onbeleefd dat ze erheen liepen om de man wel te begroeten. Goed opgevoede dames ;-)
Als haring in een tonnetje stonden we in de metro. Ook hier gold ‘lang leve de smartphone’. Werkelijk iedereen was gekluisterd aan dat ding, of men nu zat, stond of de metro in of uit liep. Nou is er in zo’n metro ook niet zoveel te zien, dus ik kan me er wel iets bij voorstellen.

Ook hebben we gebruik gemaakt van de Skytrain, een soort trein maar dan een stuk boven de grond zoals de naam al doet vermoeden. Een mooie manier om een indruk van Bangkok te krijgen, in tegenstellig tot reizen met de metro. Helaas waren wij zo dom om bij daglicht met de metro te gaan en op het moment dat het al donker was de Skytrain te nemen.

Dan de taxi, die naast de scooters en tuktuks het straatbeeld bepaald. Goed opletten dat je ervoor zorgt dat de taxichauffeur de meter aan zet, anders kun je voor een leuke verrassing komen te staan. Aangezien wij niet van die onnozele toeristen zijn die zich laten bedonderen (drijvende markt? Nooit van gehoord) was dit iets wat wij natuurlijk direct kenbaar maakten aan de chauffeur. Maar dat was niet eens nodig. Want toen wij aangaven naar het Grand Palace te willen, één van de grootste, zo niet dè grootste attractie in Bangkok, gaven de taxichauffeurs aan dat ze niet begrepen wat wij bedoelden. En dan bedoel ik niet 2 of 3 taxi’s, nee, het ging er wel om een stuk of 10! Nou is onze Engelse uitspraak misschien niet zo geweldig en dat van de Thai al helemaal niet, maar dit is toch iets waarbij je het op z’n Nederlands Engels of Thais Engels uitspreekt toch te begrijpen zou moeten zijn. Alle tuktukdrivers verstonden wel heel goed waar wij heen wilden. Maar wij wilden niet met een tuktuk, om niet tussen al die uitlaatgassen te zitten.
We spraken 2 Nederlandse meisjes aan die ook op het station zaten en vroegen of zij dezelfde ervaring hadden. Zij adviseerden om naar Wat Poh te vragen, de bekende tempel met een liggende Boeddha van 46 meter lang. En warempel, dat kenden de taxichauffers wel. Maar daar berekende ze een prijs voor die normaal gesproken de helft zou moeten kosten. Waar praat je dan over met zulke lage prijzen zou je zeggen? Principes hè.
Na tussenkomst van een man die blijkbaar ook iets met taxi’s te maken had werd ons uiteindelijk een taxi toegewezen die netjes op de meter reed. Tjongejonge, wat een gedoe.

… ter zee…
Een highspeed katamaran bracht ons naar het eiland Koh Tao. Van tevoren voor de zekerheid pilletjes tegen zeeziekte ingenomen. Een verstandige keuze denk ik, want dat ding ging me toch op en neer en heen en weer! Op het dek was het wel goed vol te houden, voorop in de harde wind met af en toe een golf zeewater over je heen. En goed blijven kijken naar de horizon. In de boot waren inmiddels de nodige kinderen over hun nek gegaan, na een halve zak chips leeg gegeten te hebben. Niet zo handig.

Wat ook behoorlijk over de zee schommelde was een aftandse boot die ons naar de divesite bracht. Gerund door drie Birmezen(? mensen uit Birma) die behalve op de boot werken er ook op wonen. Op het ‘droog gedeelte’ van de boot, waar we onze bagage kwijt konden, sliepen ze. En omdat Thai iets tegen voeten hebben, ik weet niet meer wat precies, mocht je dat gedeelte van de boot niet betreden. Net zoals het voorsteven van de boot, wat een soort heilige plek van de boot is, waar met een Thaise vlag een schamel bosje bloemen als een soort boegbeeld dienst deed.

Niet over de zee, maar wel over water hebben we in Bangkok gebruik gemaakt van de Expressboat, een lijndienst waar je op verschillende plekken kunt op- en afstappen. De kaartjes koop je onderweg en dit is een vorm van vervoer die kost al helemaal niets. En een leuke manier om je te verplaatsen.

Over de longtailboat wil ik het liever niet hebben.
… en in de lucht.
Dat was natuurlijk onze vliegreis naar Bangkok. Daar valt niet zoveel over te vertellen, behalve dat ie heel lang duurde. Wat wel heel bijzonder was, is dat er tijdens de tussenstop in Dubai “A fire was reported. Stay calm en wait for further instructions”. Dat is dan toch wel een dingetje. Maar niemand leek zich er wat van aan te trekken. De winkels gingen niet dicht, mensen bleven rustig zitten lezen of verveeld voor zich uit te kijken. Er volgden geen verdere instructies. Het werd nog wel drie keer omgeroepen. Hoe het uiteindelijk is afgelopen weten we niet. Wij mochten gelukkig de volgende vlucht aanvangen.




TiT

|

Op weg naar onze trip naar Kanchanaburi maakten we een omweg van een uurtje om naar wat schijnt de grootste drijvende markt van Thailand te zijn. Onze privé-chauffeur voor de komende dagen sprak geen tot weinig Engels volgens de site waar ik de trip geboekt had. Dat klopte wel. Maar dat we naar de floating market wilden, een toeristische attractie bij uitstek uiteraard, dat konden we hem wel duidelijk maken.

Ik had me bewust niet al te veel voorbereid op de trip naar de floating market, want wilde me graag laten verrassen. Wel wat mooie plaatjes gezien natuurlijk, wat de reden was dat ik er graag heen wilde. Honderden bootjes die op zouden wachten, kris kras door elkaar varend en allerlei groente, fruit, vlees, vis en maaltijden verkopend.

Na een uurtje rijden in onze ‘van’ waren we er. Onderweg probeerden we de chauffeur we met handen en voeten een paar keer duidelijk te maken dat de airco wel wat minder koud mocht, 19 graden, dat is toch geen temperatuur als het buiten boven de 30 graden is! Op zulke momenten is het wel handig dat je de gebarentaal van het duiken nog kent. Niet dat er een airco onder water is die uitgezet moet worden natuurlijk, maar dat je het koud hebt. Gelukkig sprak de chauffeur ook Duiks. Dus de temperatuur werd iets aangenamer. Maar hij was nogal hardleers, dus na een tijdje voelde ik toch weer een koude luchtstroom langs mijn tere huidje stromen. Dus wederom in het Duiks, geluiden producerend als “brrrrrrrr”, duidelijk gemaakt dat de temperatuur toch weer wat naar boven bijgesteld moest worden. Want Henk had ons van tevoren al duidelijk gemaakt dat wie betaalt, bepaalt.

Bij de floating market werden we helemaal tot aan de poort waar de bootjes lagen door de chauffeur afgezet. We waren nog niet uitgestapt of er kwam een Thaise dame met toegangskaartjes in haar hand op ons afgestormd. Met hoeveel personen waren we en wilden we een tour van 1,5 uur of van 2 uur? Bij die van 2 uur konden we ook de prachtige tempel bezoeken. Prachtige tempels hadden we al gezien in Bangkok en we kwamen hier speciaal voor de markt, dus de tour van 1,5 uur. Daar zat ook nog het bezoek aan een kokosnotenvewerkingsplaats of zoiets bij in. Het Engels van de Thai is nou niet om over naar huis te schrijven, hoewel ik dat nu wel doe. En het bezoek aan dat kokosnotengebeuren was nog gratis ook! De toegangskaartjes hadden echter een dergelijke hoge prijs voor Thaise begrippen dat we ons wel even achter het oor krabden. Maar, omdat we met 5 personen (ons nichtje Vanessa was ook mee) waren kon ze ons wel korting geven. Nouja, we waren speciaal voor de markt een uur omgereden, dus besloten toch de boottocht te gaan maken. Theo betaalden de tickets. De rest liep alvast naar de boot, ik keek nog wat rond en zag toen een bord hangen waarop de prijzen per boot werden aangegeven, en niet per persoon. En dat was bijna de helft goedkoper dan dat wij net hadden betaald. Maar toen ik naar de boot liep, was het gelijk snel snel snel de boot in, er werd op mij gewacht en de volgende boot kwam er al weer aan.

De boot was een longtailboot aangedreven door een automotor. En kon best hard! Eerst voeren we heel langzaam langs 2 kraampjes die op de kant stonden. De motor van de boot werd zelfs uitgezet. Maar die kraampjes verkochten alleen van die toeristische prullaria en daar waren wij absoluut niet in geïnteresseerd. Vervolgens scheurden we over een van de kanalen die naar de markt leidde. Er waren verschillende afslagen, waar onze stuurman er een van invoer. Een bord gaf aan dat dit de ‘oude markt’ was. We meerden aan, werden gemaand uit te stappen zodat we konden rondkijken. Ik weet niet waarnaar, want er werd niets verhandeld. Het enige wat er te zien was, was een oude, aftandse tempel. Na wat rondgelopen te hebben liepen en naar niks te hebben gekeken liepen we maar weer terug naar de boot. Dit ging immers van onze 1,5 uur af. Maar op de plek waar we aangemeerd waren: geen boot. Ik was al bang dat we afgezet waren, letterlijk en figuurlijk. Dat we nu voor een andere boot moesten betalen om verder, of terug te kunnen. Maar gelukkig kwam onze boot nummer 26 aangevaren. Alhoewel gelukkig…

We voeren terug en namen een andere afslag. Daar weer allemaal kraampjes op de kant aan het water met toeristische rommel. Het werd al wel wat drukker en daardoor begon het ook steeds meer te stinken naar alle uitlaatgassen van de andere longtailboten. Het aantal kraampjes met prullaria aan de kant van het hoofdkanaal nam nog verder toe, het aantal andere boten met toeristen ook, dus zo ook de geur van de uitlaatgassen. Niks geen bootjes met fruit, groente, vlees of vis. Niks geen bootjes voorzien van de Thaise keuken. De enige boten die er voeren, en dat waren er best veel, waren de boten met toeristen. Eén stukje van het kanaal was nog ansichtkaartwaardig, erg smal zodat alle bootjes (met toeristen) bijkans vast waren komen te liggen. Een kleurrijk tafereeltje, op een stukje waar ook wat bedrijvigheid aan de kant was wat leek op een marktje. En hé, wat zag ik daar? Een bootje met bananen! Klopte het toch dat er fruit werd verkocht op deze markt.


Met al die bootjes in het hoofdkanaal was de stank van de uitlaatgassen bijna ondraaglijk. En me dunkt ook niet goed voor je gezondheid. Ik had beter een pakje sigaretten leeg kunnen roken volgens mij, dat was nog gezonder en geweest. En met wat biertjes erbij nog lekker ook.

Voor de crisissituatie waarin ik me nu bevond had ik gelukkig zakdoekjes bij me, zodat ik er daar één van voor mijn mond kon houden om het nog een beetje draaglijk te houden.
Blijkbaar zijn we ook nog bij het kokosnotengebeuren geweest, maar ik heb het niet kunnen ontdekken. Misschien was ik al te bedwelmd door de uitlaatgassen.

Iedereen was blij dat we weer terugvoeren. Een bezoek aan de markt om snel te vergeten. Niet alleen vanwege de prijs, want we waren echt vet opgelicht. Het blijkt een bekende ‘scam’ te zijn om de toeristen op een verkeerde plek af te zetten, waar ze veel te veel moeten betalen voor de boottocht. En de chauffeur die ze brengt krijgt vaak een deel van de opbrengst. This is Thailand (TiT ), waarbij je op enig moment blijkbaar moet meemaken opgelicht te worden.

Maar vooral een trip om snel te vergeten omdat het zo’n deceptie was. Want (koop)waar hebben we echt niet gekregen voor ons bezoek :-)

Rennen in Bangkok

|

Gelukkig ligt er bij het appartement van Henk en Iza een parkje met vijver waar ik rondjes om kan rennen. Om een uur of half zeven, zodat het qua temperatuur nog een beetje te doen is. Het is een rondje van een kleine twee kilometer en ik ben niet de enige die daar rond rent.

Een rondje warm lopen, wat eigenlijk niet nodig is, want voordat ik überhaupt bij het park aangekomen ben, ben ik al warm. Sterker nog, op het moment dat ik de deur van het appartement op de 29e verdieping open doe ben ik al warm. Eigenlijk nog sterker, als ik de slaapkamer met airco uitkomt ben ik al warm. Nou, dat is misschien wel heel erg sterk.
Maar goed, als ik het eerste rondje erop heb zitten eerst wat drinken. Ik was deze keer wel zo slim geweest om een flesje water mee te nemen, dat was ik de vorige keer vergeten. Dan stretchen. Want zoals Sean T van inmiddels mijn wekelijkse workout ‘Insanity’ altijd zegt: “Stretching is the most important part of the workout, and also is the warming-up. So never skip the stretching and warming-up”. En hij kan het weten, because he’s looking good!

Dan volgt het tweede rondje. In de eerste bocht, wat op zich best knap is bij een rondje, staan in het gras een aantal Thai met een stok te zwaaien waarbij ze bijzondere kreten slaken. Zoiets als “Oh noooo”. Maar dan koerend als een duif.
Gelukkig ben ik de snelste van de baan, wat niet zo moeilijk is tussen die Thai met hun korte beentjes, zodat ik allerlei vormen van voortbewegen kan bekijken. Er rent, loopt en sjokt namelijk van alles tussen. Een tweetal dikke Amerikanen, waarvan de ene sjokt en de andere iets doet wat tussen wandelen en snel-wandelen in zit. Heel apart. En die Amerikanen lopen natuurlijk tegen de klok in. Of eigenlijk met de klok mee, want de rest van ons loopt tegen de klok in. Heb me altijd al afgevraagd waarom dat zo is, dat tegen de klok in wordt gelopen en geschaatst.

Dan opeens hoor ik stappen achter mij die mij naderen in een tempo dat hoger ligt dan het mijne. Verdorie, ga ik nu toch ingehaald worden? Ja dus. Maar door een lange, slanke Afrikaan. Nou, vooruit dan maar.

Gelukkig wordt hier behalve met een klein knikje met je hoofd bijna niet in woorden gegroet. In Nederland is dat tijdens het hardlopen niet zo’n probleem, je kan in één adem wel “Hoi” zeggen. Op Bonaire was het al weer wat lastiger met “Bon dia”. Van die drie lettergrepen maak ik er dan ook vaak maar twee: “Bondja”. Maar in Thailand zou het “Sawa-dee kah” moeten worden. Met een lange “kaaaaaah” aan het einde. Nou, dat ga ik echt niet redden tijdens het rennen hoor.

Zoals overal in Bangkok ruik je bij haast iedere stap een andere geur. Zoals ook hier. Heerlijke geuren, zoals de zoete geur van de bloemen in de bomen en de geur van een warm briesje zoals in het Caribisch gebied en de geur van tabak van Niemeyer. Maar ook minder lekkere geuren, zoals de uitlaatgassen van de auto’s vlak naast het park en het kruidige eten. Die geur is op zich wel lekker, maar niet om half zeven ’s ochtends.

Tijdens het derde rondje vallen er vele kleine regendruppeltjes in de vijver. Maar daar voel ik niks van. Ik denk dat ik inmiddels al zo warm ben gerend, dat de druppeltjes vlak boven mijn lichaam verdampen. Maar ik ga natuurlijk door, de vorige keer drie rondjes volgemaakt, dus dat moeten er nu minstens vier worden.

Dan begint mijn linker hamstring wat te klagen. “Monihiek, ik doe een beetje pijn”. Niet zeuren, gewoon doorgaan hamstring. Maar niet zoveel later: “Monieiehieiek, ik doe nog steeds pijn”. Tja je moeten luisteren naar je lichaam. Maar dit was niet het enige wat mijn lichaam mij vertelde. Het vetrolletje rond mijn middel gaf aan: “Als je nu nog verder gaat hardlopen, gaat dat ten koste van mij” Kijk, dat zijn signalen die ik graag hoor. Dus het vierde rondje aangevangen.

Toen ik halverwege was hoorde ik wat door de luidsprekers gebrabbeld worden. Dat was de vorige keer ook zo, net nadat ik klaar was met hardlopen om acht uur. Na het gebrabbel volgde er toen een aantal piepjes en floot er een security mevrouw op haar fluitje. Plotseling ging iedereen stilstaan. Ik vroeg me af wat er gebeurde. Het volkslied werd afgespeeld! Uit respect bleef ik natuurlijk ook stilstaan. En toen het volkslied was afgelopen rende, liep en sjokte iedereen weer vrolijk verder. Maar het was nog geen acht uur. En iedereen bleef ook doorrennen, lopen en sjokken. Dus blijkbaar was het iets anders. Misschien dat ik daar de volgende keer als we weer in Bangkok zijn nog achter kom. En ik natuurlijk voor de vijf rondjes ga.

Autootje

|

Het appartement en de auto worden hier altijd via Facilitair voor mij geregeld. Sinds kort hebben we hier een nieuwe secretaresse. Zij gaf mij door dat de auto bij Island car rentals was gereserveerd voor mij. Dat vond ik wat vreemd, want normaal gesproken gebeurt dat altijd via Budget. En Island car rentals zit volgens mij ook helemaal niet op de airport. Toch? Dus ik weer ff gegoogled. En nee hoor, stond inderdaad een ander adres bij. Dus even nagevraagd. Het adres wat ik vond was het hoofdkantoor volgens haar. Ik kon de auto gewoon op de airport ophalen. Hm.

Op de airport aangekomen natuurlijk niks te vinden van Island car rentals. Navraag in het rijtje waar de autoverhuur zat leerde mij dat het aan de overkant van de weg zat. Dus daar mijn koffers heen gerold. Helaas, geen auto voor mij. Dus de koffers maar weer terug gerold naar de autoverhuurbedrijven op de airport. Eerst Budget geprobeerd. "No senora, no reservashon pa senora Hoogerwerf". Damn. De buren, Avis. Wederom nada. Ik moest maar even bij Herz proberen, die deden ook vaak zaken voor RCN. En gelukkig. “Miss Hoogerwerf? I was already waiting for you”. Gelukkig, ik had een auto. Maar dat gelukzalige gevoel verdween al snel. Het allerkleinste ienieminie autootje dat op de parking stond was voor mij. Mijn koffer paste niet eens in de kofferbak! Nouja, niet zo verwend doen, ik had tenminste een auto tot mijn beschikking.

Normaal gesproken heb ik een stoere pick-up of suv. En het zijn altijd automaten. Heb ik overigens geen enkel probleem mee. Net zoals het rijden zonder gordel. Het verkeer is hier ook zodanig rustig dat een gordel niet echt meerwaarde heeft in mijn ogen. Wat wel irritant is, is dat rood knipperende lampje op je dashboard dat aangeeft dat je je gordel niet om hebt. Maar daar heb ik een handig trucje van mijn Bonairiaanse vriendin over geleerd: klik je gordel vast, maar trek de band over de achterkant van je stoel. Werkt perfect :-)

Heerlijk vind het ik, een rondje over het eiland rijden, raampjes open en de wind door je haren, luidzingend met Dolfijn FM op de radio.
Trouwens, ik zeg dat ik geen probleem heb met in een automaat rijden. En dat klopt natuurlijk ook. Maar wat ik soms wel vergeet, is dat je, als je de auto gaat parkeren, je de versnelling in 'P' of 'N' moet zetten. Sommige automaten beginnen gelijk te piepen als je de sleutel uit het contact probeert te halen en je zit nog in de 'D'. Of het lukt je überhaupt niet om de sleutel eruit te krijgen. Maar ienieminie vindt dat prima. "Parkeer mij maar lekker in de 'D'", denkt ze. Maar ze vindt het niet goed om haar vervolgens daarna weer te starten als ze weer in de 'D' staat. Geen enkele medewerking verleent madame dan. We moeten elkaar nog even wat beter leren kennen...

Wat ik echt vervelend aan haar vindt is dat ze zo klein is. Na vijf minuten in haar rijden heb ik al kramp in mijn scheenbeen, omdat mijn stoel niet ver genoeg naar achteren kan.

Eén voordeel, nu hoef ik er niet over na te denken of ik een rondje door Washington Slagbaai Park met haar zal gaan doen. Ik denk dat ik daar niet eens met haar in mag. En modderige onverharde wegen zal ik haar maar niet aandoen. Dit soort weggetjes deden we met onze stoere Landwind. Niet altijd succesvol overigens, zie onderstaand resultaat.

KL0765

|

Negen uur in een vliegtuig zitten, daar valt vast wel wat over te vertellen. Op het moment dat ik dit typ zit ik als een haring in een tonnetje geklemd tussen twee heren die steeds mijn armleuning inpikken. Ik heb dus weinig bewegingsvrijheid. Blijkbaar staat er ook “praat met mij” met blokletters op mijn voorhoofd geschreven, want ik heb van beide heren inmiddels de hele levensgeschiedenis, doel van hun reis en hobbies te horen gekregen. Best link om dit nu zo te typen, want ze kunnen zo op mijn schermpje meelezen.

De bedoeling was eigenlijk dat ik mijn ticket zou upgraden naar business class. Ik heb al zoveel awardmiles gespaard dat dat vast mogelijk moet zijn. Dus als eerste ga je dan natuurlijk op zoek op de website van KLM. Hoeveel miles kost zo’n upgrade? Je zou denken dat de optie voor upgraden ergens op de pagina waar je boeking staat moet zijn. Helaas. Dus dan via de zoekfunctie met als trefwoorden “upgrade awardmiles en businessclass” proberen. Een goede keuze. Er verschijnt een antwoord dat je dan op de pagina waar je boeking staat moet zijn. Daar was ik dus al geweest. Maar daar stond er echt niks over. Dus nog wat andere pagina’s bezocht waarvan het logisch zou kunnen zijn de benodigde informatie te vinden. Maar nog steeds helaas. Dan maar naar de contactpagina. Verschillende opties: Twitter (heb wel account maar zou niet meer weten hoe daar in te loggen), Facebook (het gaat mijn vrienden niets aan dat ik mijn ticket wil upgraden ;-)) en nog een sociaal mediummiddel waar ik volgens mij niet over beschik. Ook is het mogelijk te bellen of je vraag te mailen. Ik koos voor mailen. Kreeg gelijk een ontvangstbevestiging en de dag erna het antwoord: ik moest bellen.

Daar wilde ik toch nog maar even mee wachten. Ten eerste wist ik niet hoeveel miles het zou kosten (maar dat kon ik natuurlijk vragen), ten tweede moest ik nog bloed laten afnemen en onderzoeken. Dat is een beetje een rare stap zo in het verhaal. Dus een toelichting is op z’n plaats: in verband met wat tegenstrijdige signalen van mijn lichaam, weinig slaap maar extra veel energie, had ik na 2,5 week toch maar besloten naar de huisarts te gaan. Zij vermoedde na mijn verhaal aangehoord te hebben dat er iets met mijn schildklier aan de hand was. Dit kon bevestigd worden door mijn bloed te laten onderzoeken. Maar om bloed af te laten nemen (echt mijn hobby!) moest ik nuchter zijn. En dat was ik ’s ochtends om negen uur natuurlijk niet. Ik kon bij de assistente een afspraak maken om de volgende ochtend bloed te laten prikken. Ok, prima (nouja eigenlijk niet), maar waar moet ik nu rekening mee houden? Komt mijn tripje naar Bonaire in het geding? Daar moest ik wel rekening mee houden. Slik. Omdat ik de goden niet wilde verzoeken besloot ik mijn ticket nog maar even te laten voor wat hij was.

Nadat ik de volgende dag bloed had laten prikken (zonder flauw te vallen!) besloot ik ’s avonds om een uur of negen toch maar eens te bellen. Kon ik in ieder geval informeren hoeveel miles me dat zou kosten. Ik rolde van het ene keuzemenu in het volgende, waarbij mij op een gegeven moment werd verteld dat hulp in het Nederlands vanaf acht uur mogelijk was. Geen idee of die acht uur gold vanaf ’s ochtends of ’s avonds, maar het was negen uur dus dat kwam mooi uit en er werd ook geen eindtijd genoemd tot wanneer die Nederlandse hulp geboden werd. Vervolgens kon ik 1 pressen als ik assistence in English wilde of deux choiziën voor de Franse mevrouw. Ik preste of choiziestie dus niks, want ik wilde in het Nederlands. Helaas werd mijn keuze niet herkend. Goh. Dus toch maar voor het Engels gegaan. Nadat de jongeman aan de andere kant van de wereld/lijn alles van mij wilde weten vertelde hij me vervolgens doodleuk dat het helaas op dit moment niet mogelijk was om te upgraden. Dus daar zit ik nu tussen de twee mannen.

Eerst zat ik aan de buitenkant in het rijtje van drie, op mijn vaste plekkie op voorste rij in het midden. Met zoveel beenruimte dat het eigenlijk verstandiger is om voortaan de voorste rij bij het raam te kiezen. Want de beenruimte is zodanig dat zelfs ik met mijn lange benen mijn voeten niet tegen de wand ervoor kan zetten (vind ik altijd lekker zitten). En er lopen constant mensen voor je stoel langs, omdat er zoveel ruimte is. Die vervolgens je videoscreen of hoofdleuning vastpakken en heen en weer schudden als ze de bocht maken, of over je benen struikelen omdat ze hun voetjes niet goed optillen.

Vanaf het begin van de reis ben ik lekker aan het schrijven geweest. We gaan in november namelijk een speciale editie van onze interne nieuwsbrief iutbrengen, die alleen artikelen bevat over het Caribisch gebied. Onze communicatiedame vraagt in ons werkoverleg altijd als er weer een nieuwsbrief aan zit te komen of we nog een onderwerp hebben. Maar meestal heb ik niet zo’n zin om tijd vrij te maken voor het aanleveren van tekst. Deze keer dacht ik dat ik wel een belangrijk onderwerp had die het melden waard was. En niet één, maar wel twee. Of eigenlijk zelfs wel drie. Al doordenkend kwam ik zo op tien mogelijke artikelen. Dus vroeg ik aan onze communicatiedame, die ons overigens binnenkort gaat verlaten ( stom!), of het misschien in deze aanstaande koude en donkere tijden een leuk idee was om er een kleurrijke, warme Caribische special van te maken. Dat vond ze wel een goed idee. En omdat ik het schrijven toch stiekum best leuk vind, heb ik me aan het begin van deze vliegreis gelijk uitgeleefd.

Vervolgens tijd voor een filmpje. Als één van de weinige vrouwen in Nederland volgens mij het boek nog niet gelezen, dus nu kijken naar de film 50 shades of grey. Owh! Ok...

Daarna even proberen weg te dommelen met wat muziek op de oortjes. Die dingen van de KLM gaan op een gegeven moment pijn aan je oren doen. Dus pakte ik mijn eigen oortjes even. Nadat ik het stekkertje had verwisseld, stootte ik per ongeluk met mijn been tegen het stekkertje. Gevolg: geluid hartstikke dood. Er was er blijkbaar iets verschoven in de aansluiting, niets meer aan te doen. Jammer. Toch even lekker weggedommeld. Helaas snurkte de buurman nogal.

Toen hij wakker werd vroeg ik hem of we niet van stoel konden wisselen, hij maakte toch geen gebruik van het videoscreen. Dat was prima. Dus toen kon ik de volgende film kijken, maar dus wel met gevolg dat ik nu ineengeklemd tussen de mannen zit. Heb ondertussen snel de linkerleuning ingepikt, de buurman ging even van zijn stoel. Voor de terugreis het upgraden toch nog maar een keer proberen!

Carnaval

|

Carnaval, dat is iets wat op Bonaire echt wel gevierd wordt. Ik had dat hier nog niet eerder meegemaakt. Een, hoe zal ik het zeggen, bijzondere ervaring.


Dat het echt gevierd wordt, daar bedoel ik niet zozeer mee dat het hele eiland het viert. Ik denk dat het maar een beperkt gedeelte van de mensen is. En ook niet zozeer alleen de Bonairianen of alleen de Nederlanders. Volgens mij is dat wel een aardige mix, met iets meer Caribische inbreng. Als ik zie hoeveel mensen er langs de route van de optocht staan, dan valt dat best nog wel mee. Daarnaast natuurlijk voor een groot gedeelte toeristen, vooral als een cruiseschip het eiland aandoet.

Het echt vieren, dat zit m in de optochten. En dan vooral in het aantal optochten. Elke groep heeft zijn eigen optocht. En die groepen, dat zijn er nogal wat! Zo heb je de kinderoptocht. De tieneroptocht. De scholenoptocht (lagere scholen, dus weer met kinderen die ook al in de kinderoptocht voorbij kwamen). Vanavond was er zelfs een bejaardenoptocht of gehandicaptenoptocht voorbij. En dan is er nog de ‘grote, echte’ optocht. Niet alleen hier in Kralendijk, maar ook een iets minder uitbundigere versie in Rincon, het dorp op Bonaire.

En het swingt enorm. Die muziek brengt zo’n heerlijke sfeer met zich mee. De mensen langs de kant genieten zichtbaar en deinen lekker mee. Hoewel deinen misschien niet het goede woord is. Bij meedeinen moet ik wel aan carnaval denken, maar dan vooral ook aan hoempapamuziek. En dat is het hier echt niet. Maar van die heerlijke swingende Caribische muziek, waardoor je niet stil kunt blijven staan. Alleen hard. Hard! Waarom moet het nou zo hard? En het vreemde is, bijna alle kinderen lopen met oordopjes in. En in de parade rijdt een karretje mee waar je oordopjes kunt kopen. Dus niet vreemd dat die oordopjes er zijn. Dat is wel heel verstandig. Maar vreemd dat ze de muziek niet gewoon wat zachter zetten. Ze dan in plaats van 10 boxen op een wagen er 5. Of draai die volumeknop wat naar beneden. Of ben ik nu weer te praktisch ingesteld?
En de verklede kinderen zien er schattig uit, zeker die hele kleintjes. Maar het is natuurlijk behoorlijk uitputtend om in de volle zon en aardig wat kleding in een optocht te moeten lopen. Dus het ziet er op gegeven moment zelfs wat zielig uit als je ziet hoe ze zich voortslepen. En het is niet helemaal eerlijk om te zeggen, want het is eigenlijk niet te vergelijken, maar als je ons prachtige bloemencorso gewend bent, ziet dit er wel een beetje kneuterig uit.


Helaas kan ik de echte optocht in Kralendijk niet zien, want dan ben ik al weer in Nederland. Misschien dat ik nog even in Rincon ga kijken. Maar nu eerst: kitesurfen!

Prutkiten

|

Ik zei het de vorige keer al he? Die kitesurfinstructeur zegt vast tegen alle cursisten dat ze het zo goed hebben gedaan voor een eerste keer. Nou had ik er de vorige keer ook een heel goed gevoel over. Ik vond het heerlijk gaan, bijna een euforisch gevoel. Maar zo lekker als het vorige week ging, zo slecht ging het nu. Na vorige week dacht ik dat het wel een verslaving kon gaan worden. Nou, zo kom je snel van een verslaving af. Wat ging het prut!

Toen ik aankwam bij het kitestrandje was het heel rustig. Lagen er vorige week wel een stuk of 10 kites op het strand en een stuk of 20 mensen op zee, nu lagen er slechts 3 kites en waren er 2 aan het kiten. De wind was een stuk minder dan vorige week. Dat hield in dat ik met een grotere kite het water op moest, een 17 wel te verstaan. Nou zegt mij dat helemaal niks, maar ik zag wel dat het een joekel van een kite was. Ik dacht nog, niet teveel wind, dat vind ik niet zo erg, dan gaat het allemaal wat rustiger. Want vandaag mocht ik met een board het water op. Het echte werk.
Eerst moest de kite opgezet worden. Dat is niet zo heel veel werk. Kite opblazen, lijnen uitleggen, bevestigen aan de kite en klaar is klara. Toen gingen we even droog oefenen met het board. Er zitten 2 voetbanden op, waar logischerwijs je voeten in geschoven moeten worden. Het was de kunst om het board wat naar achter gekanteld te houden. Kantel je m voorover, dan ‘schept’ ie water en ben je gezien. Even oefenen met opstaan vanuit een zitzak. Dat ging best goed. De kite het werk laten doen was de truc. We zouden het zien.

De instructeur, Peter, een andere dan de vorige keer, liep met de kite aan zijn gordel gekoppeld het water in. Eenmaal in zee kreeg ik de kite aangekoppeld. Rustig stukje body draggen de zee op. Geen probleem, ging prima. Paar stuuroefeningen. Ging ook ok. Het gevoel was gelijk weer terug. Ondertussen was Peter in het motorbootje gestapt en kwam naast me varen. Toen kreeg ik het board aangegeven. Ik had de kite ondertussen in het water laten zakken. Het board moest onder de lijnen doorgelegd worden en vervolgens moest ik mijn voeten in de banden zetten. Dat viel nog niet mee. Ook al lag de kite in het water, ik werd toch nog wat naar voren getrokken. Maar het lukte. Goed gehurkt blijven zitten en vervolgens de kite weer uit het water laten komen. Had ik vorige week ik weet niet hoeveel keer gedaan. Heel langzaam de linkerlijn wat aantrekken. De kite kwam al dwars te liggen. Met veel gevoel de kite weer op 12 uur zien te krijgen. Lijnen strak, maar ook weer niet te strak. Ik werd al langzaam uit het water getrokken. Yes! Maar helaas, 1 klein stuurfoutje en de kite schoot door naar 11 uur. Ik raakte natuurlijk pardoes de controle over het board kwijt, omdat ik opeens hard naar voren werd getrokken door de kite. Het board kantelde naar voren en ik draaide mijn lichaam te ver door. Vervolgens belandde ik met snufferd in het water en kreeg gelijk een slok zeewater binnen. Jakkes. “Board los” riep Peter, want hier was toch geen houden meer aan. Dus het board gleed weg, waardoor ik in ieder geval mijn gezicht weer uit het water kon krijgen. Geeft niks, eerste keer, je weet niet wat je kan verwachten. En zoals wel vaker met bepaalde sporten, is je natuurlijke reactie net de verkeerde. In plaats van de bar naar je toetrekken wat je automatisch doet, moet je m juist van je afdrukken.

Tweede poging. Board weer aan mijn voeten. Kite weer goed op het water. En weer aan de linkerlijn trekken om de kite op te laten stijgen. Maar wat ik ook probeerde, ik kreeg het niet meer voor elkaar. Dus op een gegeven moment voer Peter naar de kite om m een zetje in de juiste richting te geven. En jawel, daar ging ie weer. Hoger, hoger en …. Vervolgens weer het water in. Shit.

Om een lang verhaal kort te maken, zo ging het ongeveer een uur door. Ik kon dat stomme ding gewoon niet onder controle krijgen. Wat deed ik nou fout? Waarom ging het vorige week wel steeds goed? Een paar keer kreeg ik de kite wel goed de lucht in. Maar als ik vervolgens wat heen en weer ging sturen om vaart te krijgen, belandde het onding weer het water in. Ik werd er behoorlijk chagrijnig van. Ik zou dat ding ver....dikkeme goed de lucht in krijgen. Maar het ging zoals je dat zelf vroeger misschien ook wel eens mee gemaakt hebt met vliegeren. Dat dat ding niet goed de lucht in wil en om de haverklap naar beneden komt. Nou, dan is de lol er snel af. En dat was bij mij dus ook zo. Ik ben met mijn kont het water niet meer uit geweest.

Na een uurtje was de wind zodanig afgenomen dat het helemaal hopeloos was geworden. Dus toen zijn we er maar mee gestopt. Met een enorm gefrustreerd gevoel natuurlijk. Lukte het niet doordat ik nu met een grotere kite het water op was, die moeilijker te besturen was en minder snel reageerde? Of te weinig wind? Of kwam het omdat ik niet zo fit was. Ik had gisteren misschien wat verkeerds gegeten. En in ieder geval teveel gedronken… Of toch niet zo’n goede instructeur als de vorige keer? Allemaal smoesjes, ik heb gewoon niet goed gedaan wat Peter zei. Maar zo wil ik mijn laatste kitesurfervaring natuurlijk niet eindigen. Dus ik heb voor volgende week nog een afspraak gemaakt. Het zal me toch lukken om in ieder geval een paar meter staand op een board vooruit te komen. Stom gedoe. Maar verder is het best leuk hier :-)

Mijmeringen

|

Daar zit je dan, op een strandje aan de voet van de landingsbaan van het vliegveld. Heel af en toe rijdt er een auto voorbij. De golven kabbelen rustig over het strand. De zon is net onder gegaan, de lucht heeft nog een mooie warme kleur. De wind brengt precies genoeg verkoeling. In de verte komt een vliegtuigje aan. De lichten worden steeds helderder. En dan scheert ie over en de rust keert weer terug. Het wordt langzaamaan donker. De lichtjes van het cruiseschip in Playa (zoals Kralendijk wordt genoemd) worden steeds duidelijker. Lichtjes van de huizen op de berg. Rust. Een ideale plek om lekker een beetje te zitten mijmeren. En het mijmert extra lekker als je net van een afscheidsborrel komt en een paar wijntjes hebt gehad.


Mijn gedachten gaan over deze heerlijke plek die Bonaire is. De plek die altijd weer de vraag bij mij naar boven brengt: zou ik hier niet willen blijven wonen? Het heerlijke leven buiten, de prachtige natuur, het weer! De vriendelijke mensen, de gezelligheid. De ongedwongen sfeer, het relaxte. Maar, er zijn altijd weer die maars. Het is hier natuurlijk ook niet de hemel op aarde. Om maar wat te noemen, het werk. Zoals het er hier aan toe gaat is voor ons Europese Nederlanders af en toe echt K. En dan ook echt met een grote K. Tenenkrommend. Sommige dingen krijg ik hier maar niet voor elkaar. Aan de andere kant is dat ook gelijk weer de uitdaging. Het zal toch … een keer gaan lukken! En hiervandaan waarschijnlijk sneller dan vanuit Nederland. En weer vanaf de andere kant bekeken: wat moet het vanuit Europees Nederland ook allemaal ingewikkeld en met veel regels.

Natuurlijk zou ik mijn vrienden heel er missen. Maar nieuwe vrienden zijn weer te maken. Ik heb hier op Bonaire in de loop der jaren al een aardige kennissenkring opgebouwd. Als ik hier in mijn uppie naar toe ga op werkbezoek, hoef ik me echt niet te vervelen. Hoewel een groot aantal inmiddels al weer terug verhuisd is naar Nederland of dat binnenkort gaat doen. Maar mijn familie. Dat zij ver weg wonen kan soms misschien wel lekker zijn. Maar ik zou ze wel heel erg gaan missen!



Volgens mij is bovenstaande wel een beetje wat de meeste mensen herkennen als ze zowel hier als in Nederland hebben gewoond. Je mist altijd iets vanuit de andere plek. Maar waarom zit ik over al die voor- en nadelen na te denken en tegen elkaar af te wegen? Het is immers helemaal niet aan de orde dat ik hier ga wonen. Het is heerlijk om hier af en toe heen te gaan. The best of both worlds. Maar er een beetje over mijmeren, op een heerlijk rustig strandje aan de voet van de landingsbaan, terwijl de zon net onder is gegaan, de golven kabbelen en in de verte het volgende vliegtuigje aan komt, daar is ook niks mis mee.
Morgen weer gewoon aan het werk.

Cool!

|

Zoals al vaker gezegd, hoe vaker ik hierheen ga, hoe moeilijker het wordt om een stukje te schrijven. Want je wilt toch wel elke keer weer met iets nieuws komen. En aangezien ik hier al heel vaak heb mogen zijn ondertussen, heb ik ook al over heel veel ervaringen en belevenissen geschreven: het duiken, het hardlopen, de cultuur, het eten, de taal, de mensen en af en toe een beetje over het werk. Het werk, daar waar deze blog eigenlijk destijds voor is opgezet, is langzamerhand een beetje naar de achtergrond verdwenen. Hoewel dat natuurlijk wel de reden is dat ik hier nu weer ben.

Maar goed, nu is het weekend, dus nu ga ik zeker niets over het werk schrijven. En aangezien ik over alle andere bovenstaande onderwerpen al eens iets heb geschreven, dacht ik gisteren dat ik vandaag maar eens iets nieuws moest gaan doen, zodat ik daar over zou kunnen gaan schrijven. Iets wat ik nog nooit eerder had gedaan. Iets wat mij wel een uitdaging leek, spannend. Iets sportiefs, maar nog wel haalbaar op m’n ouwe dag. Je bent immers nooit te oud om te leren. En hoewel met de leeftijd toch ook wel de nodig kwaaltjes komen (achilleshiel, rug, dat soort ongein) dacht ik dat ik dit nog wel zou moeten kunnen leren. Iets wat ik eigenlijk ook al langer op mijn lijstje had staan, maar waar het tot nu toe nog nooit van gekomen was. Iets waarvan ik gisteren dacht dat vandaag daar een mooi moment zou zijn. Namelijk: parachute springen. Maar dat kan hier helaas niet, hahaha.
Maar gelukkig heb ik meer dingen om mijn lijstje staan. En van die dingen kan hier wel. En dat is kitesurfen. Toch ook een beetje dat parachute-idee. En het voordeel van het kitesurfen op Bonaire is dat de zee hier tenminste een aangename temperatuur heeft. Want ik ben best wel een koukleum.

Dus gisteren de stoute slippers aangetrokken en op naar Bonaire KiteSchool. Bij zo’n stoere surfboy informatie gevraagd over lessen. Die jongen wist me te vertellen dat het echt iets voor mij was. Vroeger was het een sport die alleen door de jeugd beoefend werd, maar tegenwoordig eigenlijk voor iedereen. Hij had vorige week zelfs nog een man van 72 jaar les gegeven. Vond ik op zich niet zo’n heel goed verkooppraatje. Ik voelde me er in ieder geval niet door gevleid. Ik kon eerst een soort introductieles doen en dan later beslissen of het wat voor me was en of ik dan verder wilde. De introductieles duurt 3 uur, waarbij je eerst op het land vliegerles krijgt en daarna (in zee uiteraard) het body draggen gaat oefenen. Dat is je lichaam door de kite door het water laten slepen. In een volgende les zou dan een board eraan te pas komen. Dat vond ik eigenlijk wel jammer, het body draggen vond ik eerlijk gezegd wel een beetje suf over komen. Had gehoopt dat ik ook gelijk al even op zo’n board kon staan. Maarja, ik snap ook wel dat je eerst goed de controle over alles moet leren krijgen. En het leren is meestal nooit leuk, dat komt pas als je het onder de knie hebt. Uiteraard was het ook best wel een kostbare aangelegenheid. Maar ach, je leeft maar een keer en dan kan je het maar beter goed doen. Dus ik besloot het maar te doen. Kreeg gelijk een high-five van de surfboy. Zeg jongen, hebben wij samen geknikkerd?

Vanmorgen om half 10 was het dan zo ver. We begonnen met vliegeren. Nu heb ik ooit zelf een 'professionele' vlieger met bar, op Schiermonnikoog gekocht, maar ik heb er nooit les in gehad. Ik bleek toch wel het een en ander verkeerd te doen. En dat is dan weer best lastig afleren. Maar toen ik eenmaal met mijn gordel (ik ben alle termen inmiddels al weer vergeten, behalve wat de donkey dig is, aan de vlieger gehaakt zat ging het een stuk beter. Ik had privéles, maar gelijktijdig met mij had een Chinees-Amerikaans meisje, met een hangover van gisteravond, ook les, van de snelle surfboy. En zij stopte eerder met vliegeren dan ik. Damn, het is geen wedstrijdje, maar dat zinde mij natuurlijk niks. Had zij het eerder onder de knie?

Vervolgens was het tijd om met het wat echtere werk te beginnen, namelijk met de kite in plaats van de vlieger. Oppompen, lijnen uitleggen, wat veiligheidsregels en het water in. Met zo’n stom helmpje op. Veiligheid voor alles natuurlijk. Maar toch, ik ben niet zo van de helmen. De bedoeling was dat de oefeningen die we op land hadden gedaan, nu in de zee herhaald werden. Met het verschil dat je je lichaam door het water liet meetrekken door de kite. Mijn instructeur hield mij vervolgens weer vast om zodoende het een en ander te kunnen corrigeren. Het Chinees-Amerikaans meisje ging ook gelijk met mij en de surfboy het water in en een bootje dat bij ons bleef. Het was best druk op het water, maar ik hoefde gelukkig niet op al die andere kiters (heet dat zo?) te letten, alleen op de oefeningen die ik moest doen. Dat ging verrassend goed. De kunst was om in eerste instantie je benen te laten bungelen en dus plat op je buik door het water te slepen. Hoofd omhoog, na 2 minuten kreeg ik al kramp in mijn nek. Maar door de kite weer wat hoger te sturen, werd je ook wat meer uit het water getrokken, wat het voor mijn nek een stuk aangenamer maakt. En ook voor mijn gezicht, want zo spatte er niet zoveel water in. Al vrij snel vond mijn instructeur dat ik het wel alleen kon. En dat vond ik ook wel. Het gevoel werd steeds beter, het laten dalen van de kite in het water ging prima, het weer oplaten ook, met één hand sturen. En lekker wat snelheid maken. Dat ging af en toe niet helemaal goed, waardoor ik de controle af en toe kwijtraakte en mezelf compleet lanceerde. Maar dat was stiekum ook wel weer leuk. Wat een kracht staat er dan op zo’n ding. Van tevoren leek het me wat suf, maar ik vond het super gaaf. En als dit al super was, hoe zou het dan op een board gaan?

Voor ik het wist was de tijd al bijna voorbij. Ik werd in het bootje getrokken en was inmiddels al een heel eind van het surfstrandje verwijderd. Het Chinees-Amerikaanse meisje was in geen velden of wegen te bekennen. En ook op zee zag ik haar niet. Vlak voor het strandje mocht ik nog even 10 minuutjes doorgaan (omdat ik zei dat ik het zo leuk vond?), maar toen was het echt gebeurd. Jammer! Mijn instructeur vertelde dat ik een van zijn betere leerlingen was, dat ik het al heel goed deed, er echt gevoel voor had en alle andere complimenten die waarschijnlijk aan alle beginnelingen worden gegeven. Maakt niet uit, ik vond het goed gaan en vooral heel leuk. Ik had verwacht dat het heel zwaar zou zijn voor je armen, maar eigenlijk kun je bijna met 2 vingers sturen.

Het Chinees-Amerikaanse meisje liep al weer in haar jurkje te paraderen toen ik bij de surfbus aankwam. Zij had het vast niet zo goed gedaan als ik ;-) Volgende week zaterdag les 2: met board! Heb er nu al zin in.

Emotionele achtbaan

|

Ik weet niet of ik hier al eens eerder over heb geschreven, maar ik heb vaak het gevoel alsof ik tijdens mijn werk in een emotionele achtbaan zit. Waarschijnlijk kent iedereen die gevoelens wel, dat het de ene dag voor je gevoel lekker gaat en je jezelf de volgende dag afvraagt waar je nu eigenlijk helemaal mee bezig bent. Soms heb ik hier van die dagen dat ik slechts tijdens één dagdeel de meest uiteenlopende gevoelens heb: van relaxt tot gestrest, van euforisch naar wanhopig, vol energie en blij dat het einde van de dag bijna aangebroken is. Dat heeft meestal een directe relatie met de personen die je spreekt. Persoon 1 vertelt je dat het A is, persoon 2 mailt je daarentegen dat het B is, maar tenslotte blijkt na raadpleging van persoon 3 dat het toch C is. Gelukkig bevestigen persoon 1 en 2 dat dan vervolgens: “O ja, in dat geval, ja dan is het C”. En als je van tevoren dacht dat het C was, dan is dat uiteindelijk toch wel fijn. Of juist niet, want C is niet altijd fijn.

En het hoeft niet eens om gesprekken met verschillende personen te gaan. Het komt ook regelmatig voor dat het antwoord op je vraag met persoon 1 A is. “Ja, het is echt A”. “Weet je dat zeker?” “Jaha, A”. Maar ik ken mijn pappenheimers zo langzamerhand wel, dus nog verder doorvragen is geen overbodige luxe. “Je zegt nu dat het A is, maar ik zag gisteren …” “O, ja, nee, dan is het B”. “Dus B, want zus-en-zus-en-zo”. “Uhm, als je het zo stelt, dan is het toch C”. En C it is. Fijn of niet fijn.

En die emotionele achtbaan komt natuurlijk niet alleen voor hier op Bonaire of in het Caribisch gebied. Het gebeurt ook in Nederland. Hoewel het dan toch minder vaak een achtbaan is, maar meer vergelijkbaar met de vliegtuigjes op de kermis. En ik denk dat het hier meer een achtbaan is, omdat vaak het cultuurverschil meespeelt. Ik heb net een boek gelezen van een correspondent die schrijft over zijn leven in Zuid-Afrika. En hoe hij in het begin zo zijn best doet om in te burgeren. Maar dat hij er op een gegeven moment toch achter komt dat bepaalde cultuurverschillen en daarom de normen en waarden zo fundamenteel anders zijn, dat ze eigenlijk niet te overbruggen zijn. Sommige dingen die hij beschreef in dat boek waren zo herkenbaar voor mij. Je blijft toch altijd je eigen normen en waarden als referentiekader houden en die als ‘goed’ beschouwen. En dat is heel moeilijk om los te laten. Terwijl het heel verfrissend kan zijn om zaken ook eens van een andere kant te bekijken. Soms lukt dat ook wel. Maar meestal blijf je toch snel terugvallen op je eigen, vertrouwde cultuurtje. Wat natuurlijk best logisch is.

Ik realiseer met dat dit tot nu toe best een vaag verhaaltje is en weinig concreet. Dus even over op een ander onderwerp. Een van de meest leuke dingen hier vind ik de gesprekken die ik voer met mensen. Dat lijkt niet een ander onderwerp als hierboven, maar ik bedoel gesprekken niet direct in de werksfeer. Bijvoorbeeld tijdens een happy hour. De meest fantastische verhalen hoor je dan van met name mensen die hier al een hele tijd wonen. Het is toch wel een bepaald slag mensen wat hier komt en over het algemeen spreken die mensen mij wel aan. Van die gesprekken kun je zoveel leren, waardoor je vaak zo’n ander beeld krijgt van wat er hier allemaal speelt. Het zijn maar kleine eilanden, maar man o man, wat gebeurt er hier een boel. Alsof je af en toe midden in een soap bent terecht gekomen.

Een van de ticks die ik heb is om tijdens gesprekken op stopwoordjes te gaan letten, of andere typische gebaren die mensen gebruiken tijdens een gesprek. En dat is best wel dom van mij, want dan ga je je er vervolgens vaak aan ergeren. Zo spreek ik hier wel eens met een vrouw, die om de minuut haar bril op een bepaalde manier weer op haar neus duwt. Zo’n klein gebaartje, maar wat een ergernis dat op een gegeven moment kan opleveren! Nou komt dat ook wel omdat ik het niet zo'n leuke vrouw vind. Maar dan wil ik die bril wel met duckttape op haar hoofd vastzetten, zo irritant wordt dat gebaar.

En dan de stopwoordjes. “Uhm” is natuurlijk een hele bekende. Eentje die ik zelf helaas ook vaak gebruik. Hier spreek ik vaak met iemand die bijna elke alinea eindigt met “Dus uh…?”. De eerste keer wacht je even af, want je denkt dat er nog wat gaat komen, een samenvatting van hetgeen net besproken is. Ja, dus wat? Of is het de bedoeling dat ik nu wat ga zeggen? Maar het is geen vraag en er komt ook geen samenvatting. En het is ook niet de bedoeling dat jij dan wat gaat zeggen over dat onderwerp. Je moet het eigenlijk gewoon lezen als een punt.

Iemand anders heeft net een Papiaments woord geleerd: Kiko. Dat betekent ‘wat’. Blijkbaar vindt die persoon dat zo’n leuk woord, dat het te pas en te onpas wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: “Dus ik zei dit tegen hem en hij “Kiko kiko” wat is er aan de hand?” Kiko kiko dit en kiko kiko dat, je wordt er helemaal tureluurs van na een tijdje.

Ik ben benieuwd wat morgen, de laatste werkdag hier, mij gaat brengen. In de emotionele achtbaan. Vervolgens ben ik na het werk uitgenodigd door iemand die hier al heel lang woont, dus krijg ik waarschijnlijk weer interessante verhalen te horen. En hopelijk zonder al te veel kiko kiko stopwoordjes. Dus uh….?

Generaliseren

|

Een van mijn hobby’s is mensen kijken. Dat kan prima vanuit het appartement waar ik nu verblijf. Het appartement ligt op de eerste verdieping met een balkon met uitzicht op de boulevard. Op het balkon staat een grote tafel waaraan het ontbijt plaatsvindt. En heerlijke retro-rotan-loungestoelen zodat het er ook aan het eind van de middag goed toeven is. Nog net even die laatste zonnestraaltjes van de dag meepikken. Op het moment dat het begint te schemeren moet je maken dat je er weg komt, anders wordt je opgevreten door de muggen. Maar als het eenmaal goed donker is, is het er weer heerlijk. Zeker als de voordeur openstaat, zodat het lekker door kan waaien.

Anyways, ik had het over mensen kijken. Dat kan al vanaf het moment dat het ’s ochtends begint te neremehcs (omgekeerde van schemeren, dus als de zon opkomt). Aangezien ik elke ochtend vroeg wakker ben, ik zit vaak pas in het goede ritme als ik weer naar huis moet, zit ik met een kopje thee op het balkon. Ik ben immers een vrouw van middelbare leeftijd met een pijnlijke heup, dus hardlopen zit er voorlopig niet meer in. Op het moment dat het nog vrijwel geheel donker is, ‘joggen’ de Bonairiaanse vrouwen voorbij. Bonairiaanse mannen zie je zelden hardlopen. Voordat de eerste zonnestralen er zijn is het de beurt voor de lokale Europese Nederlanders. En tot slot zijn het de toeristen, oftewel de Nederlanders en Amerikanen, die voorbij komen. Tussendoor komen de klappende man en zwangere vrouw nog langs. De klappende man is een vrolijk type die bij elke rechterstap enthousiast met gestrekte armen voor zich in zijn handen klapt. De zwangere vrouw is een vrouw met een baby in haar buik.

Een andere mooie plek om mensen te observeren is vanaf het terras van Gio’s, een ijssalon waar ook heerlijk Cafe Latte verkocht wordt. Daar wordt je gelukkig niet aan een kruisverhoor onderworpen zoals dat bij Starbucks het geval is. Bovendien geef ik mijn bestelling zodanig door dat verdere vragen overbodig zijn: met suiker en een melkchocolaatje. Of een puur chocolaatje, net waar ik zin in heb. In ieder geval niet met witte chocolade, want daar hou ik niet van. Bovendien is dat ook geen chocolade, maar dat terzijde.

Ondertussen ben ik ook erg goed geworden in het raden van de nationaliteit of andere herkomst van mensen. De meest voorkomende bevolkingstypen zijn dus de Bonairianen, de lokale Nederlanders, de toeristische Nederlanders en de Amerikanen. Daarnaast zijn er veel Chinezen, maar die zie je zelden op straat, die zijn vooral in al hun winkels aan het werk, Venezuelanen, met name mannen die in de bouw werken en Dominicanen, met name vrouwen die schoonmaken. Tot slot nog wat Zuid-Amerikaanse toeristen en een enkele Duitser of verdwaalde Belg.

Het is best lastig uitleggen hoe je kunt zien met wie je te maken hebt. De huidskleur verklapt natuurlijk vaak al een hoop. De meeste Bonairianen zijn donker. Maar behalve dat is ook de kleding kenmerkend: vrouwen vaak in leggings, vooral bij het hardlopen. Of in een (te) strakke spijkerbroek met speciale push-up onderbroek, waardoor de billen extra benadrukt worden. Wat volgens mijn mening helemaal niet nodig is bij Bonairiaanse vrouwen, die hebben van zichzelf al bil genoeg. De Bonairiaanse man is herkenbaar doordat vrijwel altijd een lange broek wordt gedragen. Daarboven een poloshirtje of overhemd waarvan de kleur net iets anders is als je in Nederland ziet. De lokale Nederlander is ook goed herkenbaar. Uiteraard gebronst en met een relaxe uitstraling. De vrouwen zijn over het algemeen slank en komen na het sporten in de sportschool even lekker een kopje koffie bij Gio’s drinken.

En dan de toeristen. Zodra een Amerikaan zijn mond open doet weet je het al. En dan bedoel ik niet de taal die wordt gesproken, maar het volume waarmee dit gebeurt. Een typische toon en altijd net wat te hard. De korte broek van de man is ook altijd een maatje of wat te groot, alsof ie gesupersized is. Bovendien veel te hoog opgetrokken en met een riem erom die net weer wat te strak zit. Sandalen met sokken zijn eerder regel dan uitzondering. Het shirtje boven de broek past er vaak niet bij. De jurkjes van de vrouwen zijn of te groot of te kort. De korte broeken te ouderwets. En de rest zijn dan de Nederlandse toeristen. En dus soms een Zuid-Amerikaanse toerist. Die je dan weer herkent aan huidskleur, haarkleur en uitstraling. Moeilijk te omschrijven, fingerpitzengefüll.

Zoals gezegd ben ik ondertussen aardig goed geworden in het raden van de herkomst van mensen. Als ze dichterbij komen, dan wordt je keuze bevestigd door de taal die ze spreken. En waar ze het over hebben. Een enkele keer zit ik er wel eens naast. En dat ligt dan niet zozeer aan mij, maar omdat een Nederlander zich stiekem heeft vermomd als Amerikaan. Tja, dat is natuurlijk vals spelen ;-)

Behalve het raden van de nationaliteit is het ook leuk te bedenken wat ze hier doen of wat ze bezig houdt. Zo kwam er vanmorgen een meisje van een jaar of 18 in een dikke bak aangereden. Ze stapte uit met een enorm chagrijnige kop en de verveling straalde ervan af. Dat is dan vast een dochter van hele rijke ouders. “Pah-hap, ik verveel met zo”. “Nou kom maar meid, dan gaan we even een auto voor je kopen”. Die auto was gisteren nog helemaal chill, maar vandaag was het nieuwe er al weer af. “Pah-hap, ik had toch liever een rode gehad, deze blauwe is zo saai”.
Of vanavond, de man van een jaar of zestig (hoe heet dat tegenwoordig, een senior?), die met een kapiteinspet op naar het restaurant kwam. Wat daarvan te denken? Dat mag je zelf verzinnen.

Vrouw van middelbare leeftijd

|

Hardlopen is niet echt een sport waar ik warm voor loop. Zeker om alleen hard te gaan lopen, daar moet ik me meestal toe zetten. Maar als ik dan eenmaal terug ben van het lopen, en vaak ook al tijdens het lopen, dan denk ik toch: “Lekker bezig, goed dat ik het gedaan heb”. Je kent dat wel.

Sinds een jaar loop ik op de woensdagochtend ook met een stel moeders van school. En ik moet eerlijk toegeven dat ik daar soms stiekem toch wel naar uitkijk. Het lopen gaat uiteraard gepaard met veel kwekker-de-kwek, maar dat leidt lekker af en voor je het weet is het rondje al weer afgelegd. Bovendien is het ook erg gezellig.
Op Bonaire vind ik het over het algemeen ook lekker om te gaan lopen. Zeker zo’n eerste week, als je nog niet helemaal in het goede tijdritme zit, is het een prettig tijdverdrijf op de vroege ochtend. Als het net licht is, maar nog voordat de zon opgaat is het qua temperatuur prima te doen. En het is leuk om over de boulevard te rennen, terwijl Bonaire ontwaakt. Er is van alles te zien. Daarnaast een prima manier om lekker fit aan de dag te beginnen.

Zondag stond er dan ook een rondje op het programma. Niet in de ochtend, maar aan het begin van de avond. Ik had het even uitgesteld naar de avond, om mijn heup nog wat extra rust te geven. Want de woensdag ervoor kreeg ik gelijk tijdens de eerste hardloopstappen pijn in mijn rechterheup. En dat terwijl mijn rechterschouder net weer wat aan de beterende hand was. Was ik zelfs voor bij de huisarts en vervolgens fysiotherapeut geweest. De huisarts dacht aan slijmbeursontsteking, de fysio was van mening dat het toch meer overbelasting van spieren en pezen was. Opgelopen tijdens de zomervakantie. Toch teveel gebadmintond? Ik kon het me niet voorstellen, maar een (andere) oorzaak kon ik ook niet bedenken.

Het lopen begon veelbelovend. De eerste 2 km geheel pijnloos. Maar helaas, daarna begon het ongemak toch weer op te spelen. Nog even heel onverstandig doorgelopen, en met er toen toch maar bij neergelegd. Na een stuk wandelen weer geprobeerd, maar nee hoor, over en uit. Thuisgekomen gelijk maar gekoeld met ijs.

’s Avond even op internet gaan surfen. Gegoogled op ‘pijnlijke heup na hardlopen’. En wat is dan de eerste hit die je krijgt? Dat het een veelvoorkomend probleem is bij vrouwen van middelbare leeftijd. Shit. Dat wil ik toch helemaal niet lezen?!? Vrouw van middelbare leeftijd. Klinkt gewoon als een scheldwoord!

Vanmorgen ging het al weer een heel stuk beter met de heup van de vrouw van middelbare leeftijd. Maar soms kan ik ook best verstandig zijn, dus besloot ik niet te gaan hardlopen. In plaats daarvan ging ik zwemmen. Er ligt een prachtig uitnodigende zee in de achtertuin, maar die is best groot. En aangezien ik al verstandig bezig was, besloot ik niet voor de zee, maar voor het zwembadje te kiezen. Want ik ken mezelf goed genoeg, in de zee zou ik waarschijnlijk gelijk weer veel te fanatiek van start gaan en een te grote afstand gaan zwemmen. Dus heel verstandig in het zwembadje wat baantjes getrokken. Ik had verwacht dat dat wel saai zou zijn. Maar niets was minder waar. Genoeg leven hier in de tuin! Ten eerste kwamen er twee chibichibi’s (spreek uit tsjibietsjibie), oftewel suikerdiefjes voorbij vliegen. Kleine grappige vogeltjes, die wat weg hebben van een meesje, maar dan met grotere kromme snavel. Druk op zoek naar wat te snaaien. Komen ook regelmatig even op de tafel op balkon zitten om gezellig mee te ontbijten door te snoepen uit de suikerpot. Even later werd een korte paringsdans uitgevoerd door twee Caribische duiven, waarna er een nog kortere paring plaatsvond. Dat allemaal tijdens het trekken van één baantje! Vervolgens een kolibrietje dat voor de cactus bleef hangen om daar wat uit te drinken of snoepen. Die cactus is trouwens zeer geliefd bij de vogels hier. Ook de lora’s (kleine groene papagaaien) zijn er regelmatig in te vinden, evenals de troepiaal, een soort exotische ekster met oranje lijf.
Genoeg vogelleven om mij heen om mij tijdens het zwemmen bezig te houden. En ten slotte heb ik nog een ieniemienie hagedisje uit het water gevist. Reanimeren mocht helaas niet meer baten…

Heup voelt momenteel goed, schouder redelijk, dus morgen maar weer wat baantjes trekken. Misschien zelfs wel in de zee. Eens kijken wat daar allemaal te beleven valt.

Gewoontedier

|

Inmiddels is er een zekere gewenning opgetreden bij het reizen naar Bonaire. En de voorbereidingen die daarbij horen. En dat is wel lekker, een mens, of laat ik het bij mezelf houden, ik hou wel van vaste patronen. De koffer is tegenwoordig binnen een kwartiertje gepakt. Dezelfde vlucht, dus om dezelfde tijd vertrekken. Vanuit dezelfde vertrekhal. In hetzelfde type vliegtuig. Daaraan voorafgaand precies weten wanneer in te checken en vooral welke stoel. Alles min of meer op de automatische piloot.
Als er dan ineens iets wijzigt treedt er toch een zekere reisstress op. Zo ging het deze keer al niet helemaal goed met het boeken van de vlucht. Het boeken van een vlucht gebeurt door onze Facilitaire dienst te verzoeken een vlucht voor je te boeken. De Facilitaire dienst geeft op haar beurt weer de opdracht om een vlucht te boeken aan het reisbureau. Niks mis mee zou je zeggen. Je kunt je afvragen waarom er een Facilitaire dienst tussen zit. Maar vergeet niet dat ik bij een overheidsorganisatie werk ;-). Bovendien is het wel handig dat je naar de financiële afhandeling verder geen kijken om hebt.

Deze keer ging het echter niet helemaal goed. En dan is zo’n tussenstation als de Facilitaire dienst weer helemaal niet handig, want dat zorgt alleen maar voor vertraging. Zeker als bepaalde mensen die ‘het in behandeling hebben’ ook nog eens een dag vrij zijn. Op zich ook weer niet zo erg, maar in deze periode waren de Wereld-deal-weken, en dan wil het nogal een hard gaan met de tickets. Maar na veel heen en weer gemail was het uiteindelijk gelukt. Nouja, gedeeltelijk dan: wel de gewenste vlucht, niet de gewenste stoel. Nadat het mij niet gelukt was om via de Facilitaire dienst en dus het reisbureau de gewenste stoel te krijgen, maar eens rechtstreeks geprobeerd bij de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij. Maar ook daar wilde het niet lukken. De enige optie was dat ik mijn stoelvoorkeur bij het inchecken nog zou kunnen doorgeven. Dat moest het maar zo, want ik wilde natuurlijk wel op mijn ‘eigen’ stoel zitten, oftewel de stoel in de eerste rij met heul veul beenruimte.

Dus vrijdagochtend om 6.25 uur, precies 30 uur voor vertrek, klaar voor het inchecken achter de computer. En jawel, de stoel kon gewijzigd worden naar mijn stoel. Stoel aangeklikt. Gelukkig toch nog gelukt. Maar wat gebeurde er toen tot mijn grote schrik, om 6.26 op vrijdagmorgen? Toen verscheen plotseling de melding dat er tijdens het inchecken een technische complicatie was opgetreden!. “Probeer het later opnieuw” was de tip die ik vervolgens kreeg. Maar was het nu wel of niet gelukt om de stoel te wijzigen? Tja, wat doe je dan? Doorgaan en de procedure afronden en het later opnieuw proberen, met als risico dat mijn stoel inmiddels door iemand anders ingepikt was? Of toch in de incheckprocedure blijven hangen en telefonisch om assistentie vragen? Ik koos voor het laatste. En velen met mij waarschijnlijk, want de wachttijd was meer dan 5 minuten. Hoeveel langer dan 5 minuten werd niet gemeld. Na 10 minuten wachten besloot ik toch maar de gok te nemen. Ik rondde de incheckprocedure af en liet de instapkaart naar mijn e-mailadres verzenden. Daarna probeerde ik het gelijk weer en liet nogmaals de incheckkaart naar mij mailen. Op de eerste instapkaart de verkeerde stoel. Op de tweede gelukkig wel de goede stoel. Pfieuw! Dus toen kon ik met een gerust hart uit de telefonische wachtrij stappen en nog even lekker in bed kruipen.

Zaterdag op Schiphol. Daar bleek mijn standaard vertrekhal 2 op de schop genomen te worden. Dat had ik al van mijn reislustige buurman gehoord, dus daar was ik op voorbereid. Maar hierdoor kon ik niet op ‘mijn’ plekje wachten totdat ik kon gaan boarden. Dus op zoek naar een alternatief. Op weg naar de gate was een Starbucks. Met heerlijke stoelen! Niet verkeerd dus. Niet alle veranderingen zijn slecht. :-)
Ik bestelde een Cafe Latte. Wat een boel vragen ze je dan vervolgens over het bestellen van een kop koffie kunnen stellen! Ten eerste de maat van de koffiebeker. Tall, grande of venti. Vrij vertaald groot, groter of grootst. Waarom niet klein, normaal of groot denk ik dan direct. Maar daar zal wel een bepaald verkooptechnisch argument voor zijn te verzinnen. Volgende vraag was of ik de Guatamala huppeldepup koffie wilde proberen, was nieuw. Welja, waarom ook niet. Wilde ik de koffie meenemen? Of hier opdrinken? Met suiker? Lepeltje? Jammer genoeg ben ik geen man, want dan had ik een leuk Youp-antwoord kunnen geven. Wilde ik verder nog iets bestellen? En wat was mijn naam? Na aan dit kruisverhoor onderworpen te zijn kreeg ik een heerlijke kop Cafe Latte, groot, als in klein, wat trouwens best groot is. Zonder wat lekkers overigens. Hoewel ik me moest inhouden, want die brownies die mij vanuit de vitrine toelachten zagen er wel heel erg lekker uit. Maar ik had, zoals gewoonlijk, mijn twee plakjes ontbijtkoek in mijn mini-trommeltje bij me. Half elf, koffie met een plakje koek, zoals altijd.


Dan vliegtuig in. Hapje, drankje, filmpje, hapje, drankje, muziekje, hapje, drankje, Aruba. Vliegtuig uit, vliegtuig in en bon bini na Boneiru!