Een van mijn hobby’s is mensen kijken. Dat kan prima vanuit het appartement waar ik nu verblijf. Het appartement ligt op de eerste verdieping met een balkon met uitzicht op de boulevard. Op het balkon staat een grote tafel waaraan het ontbijt plaatsvindt. En heerlijke retro-rotan-loungestoelen zodat het er ook aan het eind van de middag goed toeven is. Nog net even die laatste zonnestraaltjes van de dag meepikken. Op het moment dat het begint te schemeren moet je maken dat je er weg komt, anders wordt je opgevreten door de muggen. Maar als het eenmaal goed donker is, is het er weer heerlijk. Zeker als de voordeur openstaat, zodat het lekker door kan waaien.
Anyways, ik had het over mensen kijken. Dat kan al vanaf het moment dat het ’s ochtends begint te neremehcs (omgekeerde van schemeren, dus als de zon opkomt). Aangezien ik elke ochtend vroeg wakker ben, ik zit vaak pas in het goede ritme als ik weer naar huis moet, zit ik met een kopje thee op het balkon. Ik ben immers een vrouw van middelbare leeftijd met een pijnlijke heup, dus hardlopen zit er voorlopig niet meer in. Op het moment dat het nog vrijwel geheel donker is, ‘joggen’ de Bonairiaanse vrouwen voorbij. Bonairiaanse mannen zie je zelden hardlopen. Voordat de eerste zonnestralen er zijn is het de beurt voor de lokale Europese Nederlanders. En tot slot zijn het de toeristen, oftewel de Nederlanders en Amerikanen, die voorbij komen. Tussendoor komen de klappende man en zwangere vrouw nog langs. De klappende man is een vrolijk type die bij elke rechterstap enthousiast met gestrekte armen voor zich in zijn handen klapt. De zwangere vrouw is een vrouw met een baby in haar buik.
Een andere mooie plek om mensen te observeren is vanaf het terras van Gio’s, een ijssalon waar ook heerlijk Cafe Latte verkocht wordt. Daar wordt je gelukkig niet aan een kruisverhoor onderworpen zoals dat bij Starbucks het geval is. Bovendien geef ik mijn bestelling zodanig door dat verdere vragen overbodig zijn: met suiker en een melkchocolaatje. Of een puur chocolaatje, net waar ik zin in heb. In ieder geval niet met witte chocolade, want daar hou ik niet van. Bovendien is dat ook geen chocolade, maar dat terzijde.
Ondertussen ben ik ook erg goed geworden in het raden van de nationaliteit of andere herkomst van mensen. De meest voorkomende bevolkingstypen zijn dus de Bonairianen, de lokale Nederlanders, de toeristische Nederlanders en de Amerikanen. Daarnaast zijn er veel Chinezen, maar die zie je zelden op straat, die zijn vooral in al hun winkels aan het werk, Venezuelanen, met name mannen die in de bouw werken en Dominicanen, met name vrouwen die schoonmaken. Tot slot nog wat Zuid-Amerikaanse toeristen en een enkele Duitser of verdwaalde Belg.
Het is best lastig uitleggen hoe je kunt zien met wie je te maken hebt. De huidskleur verklapt natuurlijk vaak al een hoop. De meeste Bonairianen zijn donker. Maar behalve dat is ook de kleding kenmerkend: vrouwen vaak in leggings, vooral bij het hardlopen. Of in een (te) strakke spijkerbroek met speciale push-up onderbroek, waardoor de billen extra benadrukt worden. Wat volgens mijn mening helemaal niet nodig is bij Bonairiaanse vrouwen, die hebben van zichzelf al bil genoeg. De Bonairiaanse man is herkenbaar doordat vrijwel altijd een lange broek wordt gedragen. Daarboven een poloshirtje of overhemd waarvan de kleur net iets anders is als je in Nederland ziet. De lokale Nederlander is ook goed herkenbaar. Uiteraard gebronst en met een relaxe uitstraling. De vrouwen zijn over het algemeen slank en komen na het sporten in de sportschool even lekker een kopje koffie bij Gio’s drinken.
En dan de toeristen. Zodra een Amerikaan zijn mond open doet weet je het al. En dan bedoel ik niet de taal die wordt gesproken, maar het volume waarmee dit gebeurt. Een typische toon en altijd net wat te hard. De korte broek van de man is ook altijd een maatje of wat te groot, alsof ie gesupersized is. Bovendien veel te hoog opgetrokken en met een riem erom die net weer wat te strak zit. Sandalen met sokken zijn eerder regel dan uitzondering. Het shirtje boven de broek past er vaak niet bij. De jurkjes van de vrouwen zijn of te groot of te kort. De korte broeken te ouderwets. En de rest zijn dan de Nederlandse toeristen. En dus soms een Zuid-Amerikaanse toerist. Die je dan weer herkent aan huidskleur, haarkleur en uitstraling. Moeilijk te omschrijven, fingerpitzengefüll.
Zoals gezegd ben ik ondertussen aardig goed geworden in het raden van de herkomst van mensen. Als ze dichterbij komen, dan wordt je keuze bevestigd door de taal die ze spreken. En waar ze het over hebben. Een enkele keer zit ik er wel eens naast. En dat ligt dan niet zozeer aan mij, maar omdat een Nederlander zich stiekem heeft vermomd als Amerikaan. Tja, dat is natuurlijk vals spelen ;-)
Behalve het raden van de nationaliteit is het ook leuk te bedenken wat ze hier doen of wat ze bezig houdt. Zo kwam er vanmorgen een meisje van een jaar of 18 in een dikke bak aangereden. Ze stapte uit met een enorm chagrijnige kop en de verveling straalde ervan af. Dat is dan vast een dochter van hele rijke ouders. “Pah-hap, ik verveel met zo”. “Nou kom maar meid, dan gaan we even een auto voor je kopen”. Die auto was gisteren nog helemaal chill, maar vandaag was het nieuwe er al weer af. “Pah-hap, ik had toch liever een rode gehad, deze blauwe is zo saai”.
Of vanavond, de man van een jaar of zestig (hoe heet dat tegenwoordig, een senior?), die met een kapiteinspet op naar het restaurant kwam. Wat daarvan te denken? Dat mag je zelf verzinnen.
Gepost door
Monique
op
22:06 (lokale tijd)