Speurtoch

|

Om 18:30 uur Caribisch Nederlandse tijd, dus 0:30 uur Europees Nederlandse tijd, zet ik weer voet op Bonairiaanse bodem. In totaal 17 uur, zowel in Caribische als Nederlandse tijd, onderweg geweest. De koffers van de band halen, auto ophalen en misschien nog wat boodschapjes doen als alles heel erg meezit. En dan ’thuis’ nog even wat drinken om vervolgens mijn bed in te duiken.

Ik ben als eerste bij het autoverhuurbedrijf, dus daar hoef ik niet te wachten. Auto is al gereserveerd, de controle van de beschadigingen is ook al gedaan. Normaal gesproken maak je een ceremonieel dansje om de auto, waarbij je aangeeft waar je overal een krasje, butsje of vlekje ziet. Dat wordt dan keurig opgetekend, zodat de tekening van de auto er vervolgens uitziet alsof een kleuter van 2 jaar m heeft proberen in te kleuren. Dat dansje werd mij deze keer bespaard en ik vond dat ze er een mooie tekening van had gemaakt. Wat ook een prettige bijkomstigheid was, was dat de tank deze keer helemaal vol zit. Om de een of andere reden tref ik altijd een auto waarvan de tank voor 5/8ste gevuld is. Wat is dat nou voor rare hoeveelheid? Ik snap het wel, je moet ervoor zorgen dat als je de auto weer inlevert de tank weer even vol is als toen je de auto afhaalde. Maar hoe kun je er nu met goed fatsoen voor zorgen dat je de tank voor 5/8ste gevuld krijgt? Dat lukt dus niet, dus doe je er voor de zekerheid altijd maar wat teveel benzine in. Als laatste nog een keer of 5 blind mijn handtekeningen zetten en vervolgens kreeg ik de sleutels van mijn lieve kleine Chevroletje in de hand. Een stoere pick-up zit er al tijden niet meer in. Maar daar hoor je mij niet over klagen. Toch?
En mag ik dan nu nog de sleutels van mijn verblijfplaats?

Ik verblijf dit keer op een andere plek dan anders, want die appartementen waren allemaal al vol. De sleutels lagen daarom niet op de vaste ‘geheime’ plek, maar zouden bij het autoverhuurbedrijf klaar gelegd worden. Waarom weet ik eigenlijk ook niet, want ik kom toch langs de geheime plek. Maar nee, er lagen geen sleutels voor mij klaar. Sleutels worden tegenwoordig niet meer aangenomen door dit autoverhuurbedrijf. Dat kan nieuw beleid zijn, snap ik. Maar mijn sleutels zouden hier klaar gelegd worden en ik heb geen bericht gekregen dat ze nu ergens anders afgehaald kunnen worden. Weet u zeker dat hier geen sleutels voor mij klaarliggen? Ja mevrouw, hier liggen geen sleutels voor u.

Gelukkig heb ik het telefoonnummer voor geval van nood. Bellen. Want dit is toch een tamelijk geval van nood. Voicemail. Dat helpt niet echt. Maar even wachten en dan nog een keer proberen. Voicemail. Berichtje ingesproken dat de sleutels dus niet bij de autoverhuur liggen en dat ik nu maar naar de geheime plek rij, in de hoop dat daar de sleutels klaar liggen.

Geheime plek, geen sleutels. Ook niet van andere appartementen. Dat ik jammer, want dat was een mooi alternatief geweest, gewoon stiekem in iemand anders bed gaan liggen. Nog maar een keer het spoednummer bellen. Voicemail. Je zou maar spoed hebben. Even gewacht, nog een keer proberen. Voicemail. Ik spreek in dat ik ook hier geen sleutels heb aangetroffen, dus dat ik nu naar het huis rij in de hoop dat daar de sleutels ergens liggen, of dat de deur misschien niet op slot is. Het begint zo aardig op een speurtocht te lijken, alleen jammer dat ik geen aanwijzingen krijg. Maar mij hoor je niet klagen.

En de speurtocht gaat verder. Deze keer gelukkig wel met wat aanwijzingen, want ik heb een routebeschrijving gekregen. Ik ken Bonaire natuurlijk redelijk goed zo onderhand en weet wel ongeveer waar ik moet zijn. Maar niet precies, dus is het toch fijn om een routebeschrijving te hebben. In ieder geval van het laatste stukje. Maar vlak voor het punt waar ik niet precies weet welke weg in moet inrijden worden de aanwijzingen iets minder duidelijk. “Rij door tot waar er een weg naar rechts gaat en ga daar naar links”. ??? Ik zou dan verwachten dat alleen de weg naar links die je moet inrijden genoemd wordt. Want ik weet zeker dat ik daar naar links moet. Dus waarom de weg naar rechts noemen? Maar goed, ik houd me netjes aan de routebeschrijving en rij de weg naar links in waar ook een weg naar rechts is. Vervolgens moet ik helemaal naar boven rijden totdat ik een grote puntige den zie. Een grote puntige den op Bonaire? Die ik moet zien in het donker? Maar gelukkig hoef ik bij die grote puntige den op Bonaire die ik toch niet kan zien omdat het donker is geen speciale actie te ondernemen, ik hoef alleen maar door te rijden totdat ik bij “huis Esmaralda’ kom. Daar moet ik linksaf slaan. Gelukkig maar, want ik kan ook niet verder rechtdoor rijden daar, er staan daar 3 ezels op straat. En een van die ezels was bang dat ik zijn straat in zou rijden, want met opgetrokken bovenlip en oren plat in de nek galoppeerde hij achter de auto aan. Ik had het gevoel alsof ik in een film van Shrek was beland. Weg naar links en vervolgens onverharde doodlopende weg inrijden. Huisnummer 8, nog klein stukje recht omhoog en daar stond het huis, lampjes gezellig aan. En met de deuren gezellig op slot. Sleutel misschien onder de container? Nee. Onder een bloempot? Nee. De speurtocht liep dood. De hulplijn kon nog steeds niet ingeschakeld worden. En toen?

Het was inmiddels 22:00 uur, dus 03:00 uur. Ik zou terug kunnen rijden en daar een hotelkamer kunnen nemen. Maar daar had ik helemaal geen zin in. Al was het alleen maar om te voorkomen om later in een hele administratieve rompslomp terecht te komen. Ik was moe en wilde gaan slapen. Eens even rondkijken. Er stond een zonnebedje. En loungestoelen met kussens. Er was een veranda. En ik had een klamboe meegenomen. Dus 1+1+1+1=4, wat resulteerde in een zonnebedje met kussens op de veranda onder mijn klamboe. Er was een kraan, dus ik zou niet van de dorst omkomen. Het waaide lekker, dus ik zou niet van de hitte omkomen. En er was een muurtje waar ik achter kon plassen. Wat wil een mens nog meer? Nou, een lekkerder bed was wel fijn geweest. Want die kussens hadden een zodanige afmeting dat je of met je kont tussen 2 kussens inzakte, of dat je schouders er tussenin zakte. Maar mij hoor je niet klagen. Toch?

Cancel Air deel 1

|

YES, het is gelukt. Nadat een schroevendraaier in zijn hoofd werd gestoken heeft mijn netbookje mijn deel I alsnog prijs gegeven.

Ik had al weer een leuk onderwerp bedacht om over te schrijven. Maar er kwam wat tussendoor vliegen. Of eigenlijk niet vliegen. Of heel veel vliegen, het is maar net aan welke dag je het koppelt. Let op, het wordt een heel ingewikkeld verhaal, dus als je het een beetje wilt volgen moet je er even goed voor gaan zitten.
Het vliegen met de maatschappij Insel Air is de laatste tijd een drama. Dat wist ik al lang en had dat ook al aan den lijve ondervonden. Helaas is er vanuit Sint-Maarten geen rechtstreekse vlucht naar Aruba, maar moet je via Curaçao. En de enige maatschappij die vliegt van Sint-Maarten naar Curaçao is…Insel Air. Dus hou je van tevoren je hart al vast of je het volgende eiland überhaupt gaat bereiken op de dag dat je zou moeten vliegen. Helaas viel er gelet op ons schema geen marge in te bouwen. Dus we moesten op donderdag weg.

De vlucht was gepland om 16.55 uur. Ik hield de website van de airport nauwlettend in de gaten. ’s Ochtends: on time. Begin van de middag: on time. Half 2: delayed. Half uurtje maar, dat valt tot nu toe mee. En bij de half uurtje bleef het. Gelukkig, de vlucht was niet gecanceld. Maar nog niet te vroeg gejuichd, ik was pas gerust al ik in het vliegtuig zat. De vertraging kon immers nog oplopen. Of de vlucht kon alsnog gecanceld worden. En er stond nog een vlucht op het programma van Insel, namelijk van Curaçao naar Aruba. Dus genoeg redenen om wat reserves te houden. Maar, so fa, so good.

Incheckbalie. De dame die erachter stond begon wat angstig te kijken. “We have a problem, we have a problem”, hoorde ik haar mompelen. Oh no. “What is the problem?” “I’m so sorry, but we are overbooked”. Hoezo overboekt? De vlucht was toch geboekt? Al een paar weken geleden. Maar dat telt blijkbaar niet. Alle andere passagiers hadden zich online ingecheckt. En dat gaat blijkbaar voor. Dus helaas, pindakaas. Vloog dat ding, kon ik er niet in! Ik kon hoog springen (dat kon ik overigens in het verleden best goed. Meerdere medailles mee binnen gehaald). Maar dat hielp niet. Ik kon ook laag springen, maar ook dat hielp niet. Dus dan maar helemaal niet springen, het ging toch niet lukken. Ook het argument niet dat er ongeveer 500 mensen zaten te wachten op ons, we kwamen er niet in. De volgende vlucht was pas de volgende dag, zelfde tijd. Dat betekende een dag verlies op de beurs en geen voorlichtingsavond. Er kon wel een hotelovernachting worden geregeld. Nou, sjongejongejonge, daar zat ik op te wachten. Ik wil geen hotelovernachting, ik wil naar Aruba. O ja, ik zou ook nog een dinerbon krijgen. Die wil ik ook niet, ik wil naar Aruba. En tenslotte zou ik (gratis!) naar het hotel gebracht van de airport èn weer terug. Neehee, ik wil naar Aruba! Maar met Insel ging dat dus niet lukken.
Op naar Plan B. De mijnheer achter mij in de rij, die dus wel online had ingecheckt, opperde een vlucht met PAWA ten nemen, via Santa Domingo en dan door naar Curaçao. PAWA, nooit gehoord van die maatschappij. Maakt niet uit, als ie maar vliegt. Maar dat was helaas dezelfde dag niet meer mogelijk. Wel morgenochtend om 7.45 uur. Dat betekende om een uur of half 1 op Curaçao. Het kantoor van PAWA was helaas al gesloten. Dus adviseerde mevrouwtje Insel Air om direct als het kantoor open was daarheen te gaan. En dat was om 5.00 uur. 5.00 uur! Overigens werd deze vlucht uiteraard niet vergoed door Insel. En wat kost dat grapje dan? $ 200 voor een tripje. Getsjeng. Nouja, dat moet dan maar. Maar dan moest de vlucht van Curaçao naar Aruba van vanavond 22.30 uur (de oorspronkelijke wachttijd tussen de vluchten van Insel was maar 4 uur) ook omgeboekt worden. Dat zou de mevrouwtje Insel achter de incheckbalie wel doen, er gaat morgen een vlucht om 13.30, dus dat komt mooi uit. En weet je wat, ze zou me direct al inchecken. Dan zou de aankomsttijd op Aruba 14.00 uur zijn in plaats van 23.00 uur, als de vlucht van 17.00 uur uit Sint-Maarten genomen zou worden (volg je het nog?). Naar buiten naar de taxi. Ik zag mijn vliegtuig net aan komen vliegen. IK WIL ERIN!!!

In het hotel aangekomen kwam ik op het lumineuze idee om te kijken of ik de vlucht met PAWA ook online kon boeken. En warempeltjes, dat kon! Maar de internetverbinding via de free WiFi was traaaaag. Dat lukte dus niet. Op naar de enorme gay bij de frontdesk. Hij deed zo zijn best om alle pijn zoveel mogelijk te verlichten. Echt zo’n schatteboy. Ik vroeg of ik zijn computer mocht gebruiken. Nou, dat was wel even een dingetje. Want eigenlijk mocht dat niet. Maar hij snapte natuurlijk heel goed dat hij mijn pijn hiermee toch nog wat verder kon verlichten. Dus twijfel, twijfel. Het was ècht niet toegestaan om gast achter toe te laten. Maar vooruit dan maar. Maar wel zachtjes doen en hopen dat zijn baas niet binnen zou komen. Hij nam een enorm risico.
Natuurlijk deed ik heel zachtjes. Zo veel lawaai maakt typen niet. Vlucht voor morgen van SXM naar CUR. Loading, loading. Passagiersgegevens invullen. Loading, loading. Naar betaling. Loading, loading loaoaoaoading. Betaling via creditcard, nummer etc invullen. Loading, en… booked! Gelijk proberen in te checken. Loading, loading. Check, ingecheckt. De boardingpass kon zelfs gemaild worden. Doen. Voor zekerheid ook maar geprint. En op Google Drive opgeslagen. En een screenprint van gemaakt. Een vlucht veilig gesteld, en een uur extra slapen.

5.30 wake-up call. Naar de luchthaven. Koffer afgeven. Yes, alweer stap verder dan gisteren. Vlucht van 7.45 uur vertrok om 7.45 uur. Tussenstop in Santa Domingo. Oftewel transit passenger. Dat verliep zeer chaotisch. “To Curaçao, wait over here”. Ok. Volgende passagier. “To Curaçao?” “Yes”. “Wait over here”. Volgende passagier. “To Curaçao?” “No, to Aruba”. Aruba?!? Dat is raar. Maar er gaf nog iemand aan dat ie naar Aruba ging. En nog een. Kon je hiervandaan ook naar Aruba? Even navragen bij die mevrouw. Ja, de vlucht naar Curaçao had een tussenlanding in Aruba. WAT?!?!? Waarom had die tuthola van Insel Air dat gisteren niet gezegd?!?! Ze wist toch dat we naar Aruba moesten, ze heeft zelf het ticket van gisteravond 22.30 uur van Curaçao-Aruba omgeboekt naar die vlucht van vandaag 13.30 uur! Als je het nu niet meer snapt (wat niet zo raar is, want ik snapte het zelf ook niet meer en die tuthola van Insel Air al helemaal niet) dan moet je nu stoppen met lezen. Het wordt nog veel ingewikkelder.

Plan C-1. Op Aruba uitstappen mèt je koffer. Maar probeer dat maar eens duidelijk te maken aan een Spaans sprekende bemanning. Nou lijkt Papiaments wel wat op Spaans en zal ik wel een eindje komen, maar niet ver genoeg. En zeker niet tot Aruba. Gelukkig is er een mevrouw die wel Spaans spreekt en de situatie uitlegt. We moeten namelijk niet op Curaçao zijn, maar Aruba. Ze gaan druk bezig om te proberen of de ruimbagage er op Aruba uit kan. Er wordt een foto gemaakt van het ticket en die wordt naar Aruba wordt gezonden. Er wordt gebeld. Het kan misschien. Maar wanneer is dat dan duidelijk? Dat is niet duidelijk. Ja, en wat doe je dan?
Plan C-2. Uitstappen op Aruba en erop gokken dat je koffer er ook uitgehaald wordt. Oftewel, het risico nemen dat jij op Aruba bent en je koffer op Curaçao. Ook al ben ik maar 2 nachten op Aruba, dat is toch wel erg onhandig. Daarnaast is het dan nog de vraag wanneer ik weer met mijn koffer verenigd zal worden.
Plan C-3. Door naar Curaçao met het risico dat je koffer er toch op Aruba uitgehaald wordt. Voor de vlucht vanuit Curaçao naar Aruba ben ik al ingecheckt (toch?) en deze is bijna aansluitend. Hoewel, wel weer met Insel Air…
Dus uiteraard eerst plan C-1 proberen, dan C-3 en dan C-2. Hm, was dus logischer geweest als ik plan C-2 en 3 hierboven had omgedraaid.
Op naar Aruba. Nogmaals bij het cabinepersoneel aangegeven dat zowel ik als mijn koffer er op Aruba uit moeten. Is bekend, men is er mee bezig. Het wordt nogmaals aan ik weet niet wie doorgegeven.

Op Aruba. De mensen die er op Aruba uit moeten gaan eruit. Ik loop er achteraan om te informeren of plan C-1 ten uitvoer gebracht kan worden. Er werd iemand van het grondpersoneel bij gehaald. Nee, het kon niet, de koffer kon er niet uitgehaald worden. Maar jullie weten toch welke koffer van mij is? Zo niet, zo’n grote rode. Ik wil m er zelf ook wel uithalen. Er liggen niet zoveel koffers meer in, er zitten nog maar een stuk of 20 mensen in het vliegtuig. Maar helaas, mevrouwtje PAWA had van haar manager te horen gekregen dat het niet mogelijk was de koffer hier te unloaden. En als je manager dat zegt... Bovendien had ik een ticket naar Curaçao, dus ik zou naar Curaçao. Mèt koffer. Dus geen plan C-1, C-3 of C-2, maar helemaal nada niks. IK WIL ERUIT!!!

Dat deed ik ook, maar dan wel pas op Curaçao. Deze keer blij met de vertraging van Insel op de vlucht van Curaçao naar Aruba! Want vlucht van 13.30 uur had ik nooit meer gehaald. De vlucht was gedelayd naar 15.00. Dan zou ik om ongeveer 15.30 op Aruba aankomen, ruim op tijd. Maar om 14.30 uur werd de delayede vlucht van 15.00 uur verder gedelayed naar 16.00 uur. Gast! Zo komt er natuurlijk nooit een eind aan mijn verhaal! Om er toch maar een eind aan te maken: de voorlichtingsavond op Aruba begon om 19.00 uur en om 18.59 renden we naar binnen...

Brandweerkazerne?

|

Hier volgt alweer een niet leuk blogje.

Hoewel ik er normaal gesproken niet vies van ben het verhaal een beetje te dramatiseren is dat bij de onderstaande alinea niet echt nodig.

Zaterdagavond liepen we na de voorlichtingsbijeenkomst druk kletsend terug naar het hotel. Halverwege de oprit, zo'n kleine 100 meter tot de slagboom met security, maar nog net uit zicht vanwege een bochtje, werden we opeens ingehaald door een jongen. Met wijd open gesperde ogen keek hij ons dreigend aan en riep iets onverstaanbaars. Tegelijkertijd voelde ik dat er aan mijn tas gerukt werd. Ik draaide mij om en daar stonden twee mannen/jongens, ik kon het zo snel niet zien, die beiden aan mijn tas begonnen te rukken. Als een pitbull hield ik dan ding vast. Ik begon tegelijkertijd hard te schreeuwen. Ook mijn collega schold ze schreeuwend uit voor alles wat mooi en lelijk was. In een laatste poging om mijn tas te veroveren duwden ze mij hard omver, zodat ik viel. Met mijn hoofd op het asfalt. Vervolgens renden ze hard weg. Terug naar de weg waar hun auto al startklaar stond. Dat stukje heb ik overigens niet meegekregen, ik was even van de wereld geloof ik. Maar mijn tas had ik nog.

Volgende alinea, dus het dramatiseren kan nu weer beginnen.

Waarom hield ik mijn tas zo stevig vast? Alleen mijn telefoon zat erin, mijn paspoort en portemonnee lagen op mijn kamer. Maar er zat ook privacygevoelige informatie van onze klanten in mijn tas. En DUO heeft privacy hoog in het vaandel. Is een vaandel hetzelfde als een vlag? Dan heeft DUO de privacy van haar klanten zelfs hoog in de wimpel.
We liepen door naar de security. Knie kapot, schaafplekken op mijn been en heup en mijn jurkje naar de klote. Plotseling voelde ik wat gedrup op mijn hand. Bloed afkomstig van mijn hoofd. Ik moest direct op een stoeltje gaan zitten. De slagboommevrouw begon met een papieren doekje het bloed op mijn hoofd te deppen. Nog een doekje. Behalve te deppen begon ze nu ook hard te wrijven over de wond. Er kwam ook een security mijnheer bijstaan. Ze hoorden ons verhaal aan. Druk begonnen ze met elkaar te spreken. Er werd nog iemand van de security via de portofoon bij geroepen. Volgende doekje en nog enthousiaster gewrijf. Met z'n drieën druk discussiërend in het Papiaments. Dat ze inderdaad geschreeuw hadden gehoord. En dat ze jongens weg hadden zien rennen. Naar een rode auto. Waar bleven jullie dan?!? Dachten ze soms dat we een regendans aan het doen waren ofzo? Dan kenden ze me niet, ik doe niet aan regendansen, alleen aan zonnedansen. Volgende doekje, mens hou op met dat gewrijf. Ik was er nu wel klaar mee. Er leek verder niks te gebeuren, behalve dat ze er schande van spraken. Dus maar naar het hotel doorgelopen.

Daar vertelden we bij de frontdesk nogmaals ons verhaal en vroegen of ze iets hadden voor mijn hoofd. Een jongeman kwam aanlopen met wat waarschijnlijk de hele inhoud van de EHBO doos was: een flesje jodium, een gaasje, wat watjes en pleisters. Vooral die pleisters leken mij erg zinvol om op mijn haar te plakken. De politie werd gelijk gebeld. Dat hadden ze wat mij betreft niet hoeven te doen, ik kon amper een signalement geven van de jongen die ons inhaalden en al helemaal niet van de tasrukkende mannen. Ik had liever dat ze een dokter belden, want het was niet te zien hoe ernstig de wond op mijn hoofd was, of het bijvoorbeeld gehecht moest worden. Eerst maar onder de douche, om het schoon te spoelen. De meest onlogische douche ever trouwens. Een douche in bad. Dus knoppen waar je zowel de kraan van het bad als de douchekop mee kon aanzetten. Er zaten echter twee knoppen boven elkaar. Na vier nachten in het hotel had ik nog steeds de logica ervan niet ontdekt. Draaide je aan de ene knop, dan begon de kraan te lopen. Draaide je vervolgens aan de bovenste knop, dan ging de kraan weer uit. Draaide je toch weer wat verder dan stroomden ze beiden. Het was dus maar wat heen en weer draaien aan beide knoppen en met een beetje mazzel kwam er dan water uit de douche. Probeerde al helemaal niet om de temperatuur vervolgens te regelen, was al lang blij dat er water uit de douchekop kwam. Nadat het meeste bloed uit mijn haar was gewassen, het bleef natuurlijk bloeden, wat jodium erover gegoten.

Terug naar de lobby. De politie was snel ter plekke. Een wat norse man en een lief politiemeisje. Dat zou een lange avond gaan worden. Een eerste verklaring afgelegd. Daarna naar het bureau om nog een verklaring af te leggen. Men houdt er hier wel van om dingen meerdere keren te doen. Maar eerst wilde ik naar een dokter om mijn hoofd te laten checken. Ik loog dat ik geen auto had. Had echt geen zin om zelf naar het ziekenhuis en het politiebureau te gaan rijden. Dus in de politieauto naar het ziekenhuis. Gelukkig had ik al een ponskaartje van het ziekenhuis, want daar was ik twee dagen geleden ook al geweest. Daar had ik ook wel een aparte blog over kunnen schrijven, maar één stuk tekst over mijn ervaringen in het ziekenhuis zijn wel voldoende. Daarom een uitstapje.

Vanaf dinsdag voelde ik me verre van fit. Ik was toen nog op Bonaire. Hoofdpijn, draaierig, misselijk, koud, wat best knap is als het 30 graden is. Woensdagochtend met Divi naar Curaçao. Die natuurlijk vloog. Hoewel dat ook nog even spannend was. Maar daar wijd ik verder niet over uit, dan wordt het helemaal zo'n lang verhaal. Zonder over te geven van het ene naar het andere eiland gehopt. Woensdag voelde ik me nog veel beroerder. Toch mijn collega even geholpen de boel daar op te starten. Verschillende mensen vroegen of ik geen Zika had. Daar hadden veel mensen last van, ook op Bonaire. Dus voor de zekerheid toch maar laten checken of dat het was, of misschien één van die andere enge muggenziektes. Inschrijven, ponspasje. Geen Zika, verder onderzoek in het ziekenhuis was niet nodig, maar wel goed om me nog door een huisarts te laten onderzoeken. Ik werd doorverwezen naar doktor Moses. Wauw! Holy Moses! Wat onderzoeken, bloedonderzoek zou ook nog wel goed zijn. Nou, dat kon ook wel in Nederland vond ik (echt niet, naalden en ik zijn niet zo'n goede combinatie). In Nederland dan verder onderzoek laten doen, als ik me dan echt nog niet goed voelde. Hoefde ik toch morgen niet nog een keer langs te komen? Nee, dat was niet nodig. Jammer hoor :-)

Op weg naar het ziekenhuis. Het was erg druk op de weg. Dus de sirene werd aangezet zodat we erlangs konden. Zo erg was het natuurlijk niet, maar wel stoer. Dus, een ponspasje had ik al, dat was dan wel weer handig. Tenminste, dat dacht ik. Ik moest toch eerst weer naar de inschrijfbalie. Daar waren verder geen wachtende en een mijnheer bezig zich te laten inschrijven. Op een gegeven moment kreeg hij een A4-tje naar zich toegeschoven waar heel veel kleine lettertjes op stonden. Dat werd uitgebreid bestudeerd. Vervolgens leek hij niet te begrijpen wat er nu allemaal stond. Dat duurde dus een eeuwigheid. Eindelijk aan de beurt. Ponskaartje, paspoort. Klopte het adres dat op het ponskaartje stond werd vermeld? Ja, dat staat toch op dat kaartje? Ik kan moeilijk in een dag verhuisd zijn als ik hier ben.
Onder begeleiding van de politie werd ik naar de spoedeisende hulp gebracht. Mijn hoofd bloedde nog steeds. Daar werd ik na een tijdje door een verpleegkundige onderzocht. Oh, neehoor niets aan de hand! Pardon? Mijn hoofd bloedt echt, ik zit me toch zeker niet aan te stellen. Dat het niet gehecht hoeft te worden is fijn (naalden en ik zijn niet zo'n goede combinatie), maar om nou te zeggen dat er niets aan de hand is... Had ik er jodium opgedaan? Dat moet je nooit doen. Dus. Toch vond hij dat er nog even een arts naar moest kijken. Dat dan weer wel. Dokter van der Linde. Helaas geen dokter Moses. Hij vroeg naar mijn leeftijd. 47. 57? Nee, 37. Ik heb jou wel door hoor. Gewoon kijken of ik nog goed bij de les ben. Er hoefde verder niets te gebeuren, ook geen injectie in verband met mogelijke infectie. Gelukkig, want naalden en ik zijn niet zo'n goede combinatie. Wel moest ik om de twee uur wakker gemaakt worden en dan moesten er wat vragen aan mij gesteld worden om te controleren of ik geen hersenschudding had.

Op naar het politiebureau. Het politiemeisje zong een liedje dat op de radio werd afgespeeld met haar lieve kinderstemmetje mee. Op het politiebureau aangekomen. Daar stond een kauwgomballenautomaat en zo'n automaat waar van die plastic ballen inzitten waar een speeltje in zit. Serieus! Ik had het politiemeisje bijna wat geld gegeven zodat ze wat de automaat kon trekken.
Het was erg koud in het ziekenhuis, en ook erg koud op het politiebureau. Zou het ook zo koud zijn in een brandweerkazerne? Die had ik nog niet gezien, en hoopte dat dat ook niet zou gebeuren deze reis.
Mijn verklaring werd opgenomen. Tikkerdetik. Backspace,backspace. Tikkerdetik. Delete, delete. Tikkerdetik. Geef mij dat toetsenbord maar, ik typ het hele verhaal zelf wel. Alleen antwoord op de vragen geven, dan ben ik hier zo snel mogelijk weer weg. In het verslag las ik vervolgens dat het tijdstip van de poging tot diefstal 'tussen' 21.39 was en dat ik aan de JFK Boulevard 338 woon. Uiteraard had ik de neiging om dit te laten verbeteren, maar ik kon me inhouden. Weg hier, op naar het hotel.

Bij het hotel aangekomen gaf de politieman mij het advies het alarm op mijn telefoon in te schakelen zodat deze om de twee uur afging. Ik kon namelijk meerdere alarms tegelijk instellen. Goh. En dan zou ik mezelf vragen moeten stellen om te kijken of mijn hersenen nog goed functioneerden?
Ik voelde dat ik geen hersenschudding had, maar was toch zo verstandig om bij de frontdesk te vragen of ze mij om 3 uur en 6 uur wilden bellen en mij wat vragen te stellen. Om 2 uur doezelde ik wat weg, dus nog maar een uurtje voordat ik gebeld zou worden. TRING TRING TRING. Ik stond gelijk naast mijn bed van de schrik. Wat een akelige manier om zo wakker te worden. Een zeer effectieve wake-up call, daar bestond geen twijfel over. Ik nam op. Tuut, tuut, tuut. Ik stelde mijzelf dan maar een vraag. Leeftijd? 37. Check.
Om 6 uur zou de volgende wake-up call zijn. Omdat ik niet weer zo wakker gemaakt wilde worden zette ik het alarm van mijn telefoon om 5.55. Ik heb zo'n heerlijk relaxte alarmtoon. Geluid van golven, een vogeltje dat begint te fluiten, een zacht getinkel van een belletje. Een geluid om heerlijk bij in slaap te vallen.
3.05. Net weer in slaap gevallen. TRING TRING TRING. Weer stond ik gelijk naast mijn bed. Nam de telefoon weer op. Een ontzettend lief hotelmeisje, waarschijnlijk het tweelingzusje van het politiemeisje. Of alle goed ging met mevrouw Monique? Had mevrouw Monique nog last van hoofdpijn? No dushi. Ze zou me om 6 uur weer bellen. Prima.
Om 4 uur werd ik wakker. Om 5 uur werd ik wakker. Ik was nog steeds 37 jaar. Om half 6 gaf ik het op en belde het hotelmeisje dat ik wakker was, dat alles goed ging en dat ze niet meer hoefde te bellen. En zo geschiedde.

Als het lukt om mijn maatje netbook mijn geheimen te laten prijsgeven volgt nog deel I van Cancel Air. En dan hoop ik daarna weer eens leuke belevenissen te publiceren.