Brandweerkazerne?

|

Hier volgt alweer een niet leuk blogje.

Hoewel ik er normaal gesproken niet vies van ben het verhaal een beetje te dramatiseren is dat bij de onderstaande alinea niet echt nodig.

Zaterdagavond liepen we na de voorlichtingsbijeenkomst druk kletsend terug naar het hotel. Halverwege de oprit, zo'n kleine 100 meter tot de slagboom met security, maar nog net uit zicht vanwege een bochtje, werden we opeens ingehaald door een jongen. Met wijd open gesperde ogen keek hij ons dreigend aan en riep iets onverstaanbaars. Tegelijkertijd voelde ik dat er aan mijn tas gerukt werd. Ik draaide mij om en daar stonden twee mannen/jongens, ik kon het zo snel niet zien, die beiden aan mijn tas begonnen te rukken. Als een pitbull hield ik dan ding vast. Ik begon tegelijkertijd hard te schreeuwen. Ook mijn collega schold ze schreeuwend uit voor alles wat mooi en lelijk was. In een laatste poging om mijn tas te veroveren duwden ze mij hard omver, zodat ik viel. Met mijn hoofd op het asfalt. Vervolgens renden ze hard weg. Terug naar de weg waar hun auto al startklaar stond. Dat stukje heb ik overigens niet meegekregen, ik was even van de wereld geloof ik. Maar mijn tas had ik nog.

Volgende alinea, dus het dramatiseren kan nu weer beginnen.

Waarom hield ik mijn tas zo stevig vast? Alleen mijn telefoon zat erin, mijn paspoort en portemonnee lagen op mijn kamer. Maar er zat ook privacygevoelige informatie van onze klanten in mijn tas. En DUO heeft privacy hoog in het vaandel. Is een vaandel hetzelfde als een vlag? Dan heeft DUO de privacy van haar klanten zelfs hoog in de wimpel.
We liepen door naar de security. Knie kapot, schaafplekken op mijn been en heup en mijn jurkje naar de klote. Plotseling voelde ik wat gedrup op mijn hand. Bloed afkomstig van mijn hoofd. Ik moest direct op een stoeltje gaan zitten. De slagboommevrouw begon met een papieren doekje het bloed op mijn hoofd te deppen. Nog een doekje. Behalve te deppen begon ze nu ook hard te wrijven over de wond. Er kwam ook een security mijnheer bijstaan. Ze hoorden ons verhaal aan. Druk begonnen ze met elkaar te spreken. Er werd nog iemand van de security via de portofoon bij geroepen. Volgende doekje en nog enthousiaster gewrijf. Met z'n drieën druk discussiërend in het Papiaments. Dat ze inderdaad geschreeuw hadden gehoord. En dat ze jongens weg hadden zien rennen. Naar een rode auto. Waar bleven jullie dan?!? Dachten ze soms dat we een regendans aan het doen waren ofzo? Dan kenden ze me niet, ik doe niet aan regendansen, alleen aan zonnedansen. Volgende doekje, mens hou op met dat gewrijf. Ik was er nu wel klaar mee. Er leek verder niks te gebeuren, behalve dat ze er schande van spraken. Dus maar naar het hotel doorgelopen.

Daar vertelden we bij de frontdesk nogmaals ons verhaal en vroegen of ze iets hadden voor mijn hoofd. Een jongeman kwam aanlopen met wat waarschijnlijk de hele inhoud van de EHBO doos was: een flesje jodium, een gaasje, wat watjes en pleisters. Vooral die pleisters leken mij erg zinvol om op mijn haar te plakken. De politie werd gelijk gebeld. Dat hadden ze wat mij betreft niet hoeven te doen, ik kon amper een signalement geven van de jongen die ons inhaalden en al helemaal niet van de tasrukkende mannen. Ik had liever dat ze een dokter belden, want het was niet te zien hoe ernstig de wond op mijn hoofd was, of het bijvoorbeeld gehecht moest worden. Eerst maar onder de douche, om het schoon te spoelen. De meest onlogische douche ever trouwens. Een douche in bad. Dus knoppen waar je zowel de kraan van het bad als de douchekop mee kon aanzetten. Er zaten echter twee knoppen boven elkaar. Na vier nachten in het hotel had ik nog steeds de logica ervan niet ontdekt. Draaide je aan de ene knop, dan begon de kraan te lopen. Draaide je vervolgens aan de bovenste knop, dan ging de kraan weer uit. Draaide je toch weer wat verder dan stroomden ze beiden. Het was dus maar wat heen en weer draaien aan beide knoppen en met een beetje mazzel kwam er dan water uit de douche. Probeerde al helemaal niet om de temperatuur vervolgens te regelen, was al lang blij dat er water uit de douchekop kwam. Nadat het meeste bloed uit mijn haar was gewassen, het bleef natuurlijk bloeden, wat jodium erover gegoten.

Terug naar de lobby. De politie was snel ter plekke. Een wat norse man en een lief politiemeisje. Dat zou een lange avond gaan worden. Een eerste verklaring afgelegd. Daarna naar het bureau om nog een verklaring af te leggen. Men houdt er hier wel van om dingen meerdere keren te doen. Maar eerst wilde ik naar een dokter om mijn hoofd te laten checken. Ik loog dat ik geen auto had. Had echt geen zin om zelf naar het ziekenhuis en het politiebureau te gaan rijden. Dus in de politieauto naar het ziekenhuis. Gelukkig had ik al een ponskaartje van het ziekenhuis, want daar was ik twee dagen geleden ook al geweest. Daar had ik ook wel een aparte blog over kunnen schrijven, maar één stuk tekst over mijn ervaringen in het ziekenhuis zijn wel voldoende. Daarom een uitstapje.

Vanaf dinsdag voelde ik me verre van fit. Ik was toen nog op Bonaire. Hoofdpijn, draaierig, misselijk, koud, wat best knap is als het 30 graden is. Woensdagochtend met Divi naar Curaçao. Die natuurlijk vloog. Hoewel dat ook nog even spannend was. Maar daar wijd ik verder niet over uit, dan wordt het helemaal zo'n lang verhaal. Zonder over te geven van het ene naar het andere eiland gehopt. Woensdag voelde ik me nog veel beroerder. Toch mijn collega even geholpen de boel daar op te starten. Verschillende mensen vroegen of ik geen Zika had. Daar hadden veel mensen last van, ook op Bonaire. Dus voor de zekerheid toch maar laten checken of dat het was, of misschien één van die andere enge muggenziektes. Inschrijven, ponspasje. Geen Zika, verder onderzoek in het ziekenhuis was niet nodig, maar wel goed om me nog door een huisarts te laten onderzoeken. Ik werd doorverwezen naar doktor Moses. Wauw! Holy Moses! Wat onderzoeken, bloedonderzoek zou ook nog wel goed zijn. Nou, dat kon ook wel in Nederland vond ik (echt niet, naalden en ik zijn niet zo'n goede combinatie). In Nederland dan verder onderzoek laten doen, als ik me dan echt nog niet goed voelde. Hoefde ik toch morgen niet nog een keer langs te komen? Nee, dat was niet nodig. Jammer hoor :-)

Op weg naar het ziekenhuis. Het was erg druk op de weg. Dus de sirene werd aangezet zodat we erlangs konden. Zo erg was het natuurlijk niet, maar wel stoer. Dus, een ponspasje had ik al, dat was dan wel weer handig. Tenminste, dat dacht ik. Ik moest toch eerst weer naar de inschrijfbalie. Daar waren verder geen wachtende en een mijnheer bezig zich te laten inschrijven. Op een gegeven moment kreeg hij een A4-tje naar zich toegeschoven waar heel veel kleine lettertjes op stonden. Dat werd uitgebreid bestudeerd. Vervolgens leek hij niet te begrijpen wat er nu allemaal stond. Dat duurde dus een eeuwigheid. Eindelijk aan de beurt. Ponskaartje, paspoort. Klopte het adres dat op het ponskaartje stond werd vermeld? Ja, dat staat toch op dat kaartje? Ik kan moeilijk in een dag verhuisd zijn als ik hier ben.
Onder begeleiding van de politie werd ik naar de spoedeisende hulp gebracht. Mijn hoofd bloedde nog steeds. Daar werd ik na een tijdje door een verpleegkundige onderzocht. Oh, neehoor niets aan de hand! Pardon? Mijn hoofd bloedt echt, ik zit me toch zeker niet aan te stellen. Dat het niet gehecht hoeft te worden is fijn (naalden en ik zijn niet zo'n goede combinatie), maar om nou te zeggen dat er niets aan de hand is... Had ik er jodium opgedaan? Dat moet je nooit doen. Dus. Toch vond hij dat er nog even een arts naar moest kijken. Dat dan weer wel. Dokter van der Linde. Helaas geen dokter Moses. Hij vroeg naar mijn leeftijd. 47. 57? Nee, 37. Ik heb jou wel door hoor. Gewoon kijken of ik nog goed bij de les ben. Er hoefde verder niets te gebeuren, ook geen injectie in verband met mogelijke infectie. Gelukkig, want naalden en ik zijn niet zo'n goede combinatie. Wel moest ik om de twee uur wakker gemaakt worden en dan moesten er wat vragen aan mij gesteld worden om te controleren of ik geen hersenschudding had.

Op naar het politiebureau. Het politiemeisje zong een liedje dat op de radio werd afgespeeld met haar lieve kinderstemmetje mee. Op het politiebureau aangekomen. Daar stond een kauwgomballenautomaat en zo'n automaat waar van die plastic ballen inzitten waar een speeltje in zit. Serieus! Ik had het politiemeisje bijna wat geld gegeven zodat ze wat de automaat kon trekken.
Het was erg koud in het ziekenhuis, en ook erg koud op het politiebureau. Zou het ook zo koud zijn in een brandweerkazerne? Die had ik nog niet gezien, en hoopte dat dat ook niet zou gebeuren deze reis.
Mijn verklaring werd opgenomen. Tikkerdetik. Backspace,backspace. Tikkerdetik. Delete, delete. Tikkerdetik. Geef mij dat toetsenbord maar, ik typ het hele verhaal zelf wel. Alleen antwoord op de vragen geven, dan ben ik hier zo snel mogelijk weer weg. In het verslag las ik vervolgens dat het tijdstip van de poging tot diefstal 'tussen' 21.39 was en dat ik aan de JFK Boulevard 338 woon. Uiteraard had ik de neiging om dit te laten verbeteren, maar ik kon me inhouden. Weg hier, op naar het hotel.

Bij het hotel aangekomen gaf de politieman mij het advies het alarm op mijn telefoon in te schakelen zodat deze om de twee uur afging. Ik kon namelijk meerdere alarms tegelijk instellen. Goh. En dan zou ik mezelf vragen moeten stellen om te kijken of mijn hersenen nog goed functioneerden?
Ik voelde dat ik geen hersenschudding had, maar was toch zo verstandig om bij de frontdesk te vragen of ze mij om 3 uur en 6 uur wilden bellen en mij wat vragen te stellen. Om 2 uur doezelde ik wat weg, dus nog maar een uurtje voordat ik gebeld zou worden. TRING TRING TRING. Ik stond gelijk naast mijn bed van de schrik. Wat een akelige manier om zo wakker te worden. Een zeer effectieve wake-up call, daar bestond geen twijfel over. Ik nam op. Tuut, tuut, tuut. Ik stelde mijzelf dan maar een vraag. Leeftijd? 37. Check.
Om 6 uur zou de volgende wake-up call zijn. Omdat ik niet weer zo wakker gemaakt wilde worden zette ik het alarm van mijn telefoon om 5.55. Ik heb zo'n heerlijk relaxte alarmtoon. Geluid van golven, een vogeltje dat begint te fluiten, een zacht getinkel van een belletje. Een geluid om heerlijk bij in slaap te vallen.
3.05. Net weer in slaap gevallen. TRING TRING TRING. Weer stond ik gelijk naast mijn bed. Nam de telefoon weer op. Een ontzettend lief hotelmeisje, waarschijnlijk het tweelingzusje van het politiemeisje. Of alle goed ging met mevrouw Monique? Had mevrouw Monique nog last van hoofdpijn? No dushi. Ze zou me om 6 uur weer bellen. Prima.
Om 4 uur werd ik wakker. Om 5 uur werd ik wakker. Ik was nog steeds 37 jaar. Om half 6 gaf ik het op en belde het hotelmeisje dat ik wakker was, dat alles goed ging en dat ze niet meer hoefde te bellen. En zo geschiedde.

Als het lukt om mijn maatje netbook mijn geheimen te laten prijsgeven volgt nog deel I van Cancel Air. En dan hoop ik daarna weer eens leuke belevenissen te publiceren.