Om 18:30 uur Caribisch Nederlandse tijd, dus 0:30 uur Europees Nederlandse tijd, zet ik weer voet op Bonairiaanse bodem. In totaal 17 uur, zowel in Caribische als Nederlandse tijd, onderweg geweest. De koffers van de band halen, auto ophalen en misschien nog wat boodschapjes doen als alles heel erg meezit. En dan ’thuis’ nog even wat drinken om vervolgens mijn bed in te duiken.
Ik ben als eerste bij het autoverhuurbedrijf, dus daar hoef ik niet te wachten. Auto is al gereserveerd, de controle van de beschadigingen is ook al gedaan. Normaal gesproken maak je een ceremonieel dansje om de auto, waarbij je aangeeft waar je overal een krasje, butsje of vlekje ziet. Dat wordt dan keurig opgetekend, zodat de tekening van de auto er vervolgens uitziet alsof een kleuter van 2 jaar m heeft proberen in te kleuren. Dat dansje werd mij deze keer bespaard en ik vond dat ze er een mooie tekening van had gemaakt. Wat ook een prettige bijkomstigheid was, was dat de tank deze keer helemaal vol zit. Om de een of andere reden tref ik altijd een auto waarvan de tank voor 5/8ste gevuld is. Wat is dat nou voor rare hoeveelheid? Ik snap het wel, je moet ervoor zorgen dat als je de auto weer inlevert de tank weer even vol is als toen je de auto afhaalde. Maar hoe kun je er nu met goed fatsoen voor zorgen dat je de tank voor 5/8ste gevuld krijgt? Dat lukt dus niet, dus doe je er voor de zekerheid altijd maar wat teveel benzine in. Als laatste nog een keer of 5 blind mijn handtekeningen zetten en vervolgens kreeg ik de sleutels van mijn lieve kleine Chevroletje in de hand. Een stoere pick-up zit er al tijden niet meer in. Maar daar hoor je mij niet over klagen. Toch?
En mag ik dan nu nog de sleutels van mijn verblijfplaats?
Ik verblijf dit keer op een andere plek dan anders, want die appartementen waren allemaal al vol. De sleutels lagen daarom niet op de vaste ‘geheime’ plek, maar zouden bij het autoverhuurbedrijf klaar gelegd worden. Waarom weet ik eigenlijk ook niet, want ik kom toch langs de geheime plek. Maar nee, er lagen geen sleutels voor mij klaar. Sleutels worden tegenwoordig niet meer aangenomen door dit autoverhuurbedrijf. Dat kan nieuw beleid zijn, snap ik. Maar mijn sleutels zouden hier klaar gelegd worden en ik heb geen bericht gekregen dat ze nu ergens anders afgehaald kunnen worden. Weet u zeker dat hier geen sleutels voor mij klaarliggen? Ja mevrouw, hier liggen geen sleutels voor u.
Gelukkig heb ik het telefoonnummer voor geval van nood. Bellen. Want dit is toch een tamelijk geval van nood. Voicemail. Dat helpt niet echt. Maar even wachten en dan nog een keer proberen. Voicemail. Berichtje ingesproken dat de sleutels dus niet bij de autoverhuur liggen en dat ik nu maar naar de geheime plek rij, in de hoop dat daar de sleutels klaar liggen.
Geheime plek, geen sleutels. Ook niet van andere appartementen. Dat ik jammer, want dat was een mooi alternatief geweest, gewoon stiekem in iemand anders bed gaan liggen. Nog maar een keer het spoednummer bellen. Voicemail. Je zou maar spoed hebben. Even gewacht, nog een keer proberen. Voicemail. Ik spreek in dat ik ook hier geen sleutels heb aangetroffen, dus dat ik nu naar het huis rij in de hoop dat daar de sleutels ergens liggen, of dat de deur misschien niet op slot is. Het begint zo aardig op een speurtocht te lijken, alleen jammer dat ik geen aanwijzingen krijg. Maar mij hoor je niet klagen.
En de speurtocht gaat verder. Deze keer gelukkig wel met wat aanwijzingen, want ik heb een routebeschrijving gekregen. Ik ken Bonaire natuurlijk redelijk goed zo onderhand en weet wel ongeveer waar ik moet zijn. Maar niet precies, dus is het toch fijn om een routebeschrijving te hebben. In ieder geval van het laatste stukje. Maar vlak voor het punt waar ik niet precies weet welke weg in moet inrijden worden de aanwijzingen iets minder duidelijk. “Rij door tot waar er een weg naar rechts gaat en ga daar naar links”. ??? Ik zou dan verwachten dat alleen de weg naar links die je moet inrijden genoemd wordt. Want ik weet zeker dat ik daar naar links moet. Dus waarom de weg naar rechts noemen? Maar goed, ik houd me netjes aan de routebeschrijving en rij de weg naar links in waar ook een weg naar rechts is. Vervolgens moet ik helemaal naar boven rijden totdat ik een grote puntige den zie. Een grote puntige den op Bonaire? Die ik moet zien in het donker? Maar gelukkig hoef ik bij die grote puntige den op Bonaire die ik toch niet kan zien omdat het donker is geen speciale actie te ondernemen, ik hoef alleen maar door te rijden totdat ik bij “huis Esmaralda’ kom. Daar moet ik linksaf slaan. Gelukkig maar, want ik kan ook niet verder rechtdoor rijden daar, er staan daar 3 ezels op straat. En een van die ezels was bang dat ik zijn straat in zou rijden, want met opgetrokken bovenlip en oren plat in de nek galoppeerde hij achter de auto aan. Ik had het gevoel alsof ik in een film van Shrek was beland. Weg naar links en vervolgens onverharde doodlopende weg inrijden. Huisnummer 8, nog klein stukje recht omhoog en daar stond het huis, lampjes gezellig aan. En met de deuren gezellig op slot. Sleutel misschien onder de container? Nee. Onder een bloempot? Nee. De speurtocht liep dood. De hulplijn kon nog steeds niet ingeschakeld worden. En toen?
Het was inmiddels 22:00 uur, dus 03:00 uur. Ik zou terug kunnen rijden en daar een hotelkamer kunnen nemen. Maar daar had ik helemaal geen zin in. Al was het alleen maar om te voorkomen om later in een hele administratieve rompslomp terecht te komen. Ik was moe en wilde gaan slapen. Eens even rondkijken. Er stond een zonnebedje. En loungestoelen met kussens. Er was een veranda. En ik had een klamboe meegenomen. Dus 1+1+1+1=4, wat resulteerde in een zonnebedje met kussens op de veranda onder mijn klamboe. Er was een kraan, dus ik zou niet van de dorst omkomen. Het waaide lekker, dus ik zou niet van de hitte omkomen. En er was een muurtje waar ik achter kon plassen. Wat wil een mens nog meer? Nou, een lekkerder bed was wel fijn geweest. Want die kussens hadden een zodanige afmeting dat je of met je kont tussen 2 kussens inzakte, of dat je schouders er tussenin zakte. Maar mij hoor je niet klagen. Toch?
Gepost door
Monique
op
07:05 (lokale tijd)